Ben Bosland (1964) groeide thuis op met de muziek van Frank Sinatra en de hits uit de top 40. Toen kwam hem Blondie ter ore, met het nummer I Didn’t Have the Nerve To Say No. Muziek bleek ook nog een beetje te kunnen rocken. De stap naar de punk was gauw gemaakt. Eind jaren ’70 smeedden Ben Bosland en onder meer Hans Engel (later Vernon Walters) plannen voor een eigen punkgroep. De Hoornse punkband Antidote (spreek uit: Anti-do-te) was geboren. Naast Hans en Ben speelden onder meer Niels de Wit en Joost Warnik in de band, die eveneens later in The Vernon Walters speelden.
Net als in veel middelgrote en grote steden ontstond in Hoorn een levendige krakers- en punkscene. Er stonden in die tijd veel (historische) panden leeg en de woningnood was hoog. Ook Bosland sloot zich erbij aan, en was met name actief voor het West-Fries Popkollektief, waar Antidote zich bij aangesloten had. Ben Bosland stond regelmatig in het informatiecentrum van het WPK, waar tevens platen werden verkocht. Deze platenzaak had de naam Dropstyle meegekregen, vernoemd naar de (toen gekraakte) Droppanden waar de zaak in zat.
Inmiddels is de zaak verhuisd naar het begin van de Grote Oost in Hoorn. De winkel is één dag per week open, meer uit liefhebberij dan voor de broodwinning. De meeste tijd gaat namelijk zitten in het organiseren van ’s werelds grootste platenbeurs, De Mega Platen- en CD-beurs, twee maal per jaar in de Jaarbeurs te Utrecht (april en november).
Wat draait/verzamelt iemand die een platenbeurs organiseert? Punk! In deze twee uur horen vooral hardcore punk voorbij komen. En de muziek die hij thuis altijd hoorde, Frank Sinatra, ook die zet hij tegenwoordig graag op. Maar geen Sinatra dit keer, maar gewoon: raggen, in de platenkast van Ben Bosland.