Editie 95: Hartog Eysman

Gitarist en zanger Hartog Eysman brengt onder de naam Hartog begin 2015 zijn vierde solo-cd Making Waves uit. Ook op deze plaat wordt hij, net als live, weer vergezeld door zijn vaste slagwerker Rowin Tettero. Tettero is vanaf de plaat No Hero zijn vaste drummer. Voor zijn solowerk is hij actief in zowel de rockscene als in jazzformaties. Zo vormt hij met gitarist Wolf Martini het duo Hartog & Martini en richt hij samen met toetsenist Vincent Helbers de broken-beatformatie Flowriders op. Sinds 2001 werkt Hartog Eysman als docent Zang aan het Artez Conservatorium in Arnhem.

Sla dit audiogesprek in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Van hobby naar beroep
In een huis waar zowel eigentijds als klassiek wordt gedraaid begint Hartog Eysman op zevenjarige leeftijd met gitaarlessen. Het duurt dan nog tot de middelbareschooltijd dat hij op zestienjarige leeftijd in zijn eerste bandje terecht komt. Zoals wel meer bands op zijn school spelen ze voornamelijk hardrock. Met zijn entree in het bandjescircuit van Amsterdam begint ook het tekstschrijven voor Hartog. Van lieverlee raakt hij dusdanig verslingerd aan het vak en dan met name het zingen, dat hij uiteindelijk besluit van zijn hobby zijn beroep te maken. In 1993 doet hij succesvol auditie bij het Conservatorium van Amsterdam, waar hij zang zal studeren op de afdeling Lichte Muziek.

Flowriders
Het conservatorium brengt hem niet alleen de middelen om technisch goed te zingen, ook leert hij vele andere muzikanten kennen met wie hij diverse projecten opstart. Samen met gitarist Wolf Martini (Big Black & Beautiful, Mathilde Santing en Ruth Jacott) begint hij het jazzduo Hartog & Martini. In 1999 brengen zij een titelloos album uit met bewerkingen van jazzstandards voor gitaar en zang. Daarnaast richt Hartog Eysman in de jaren ’00 de broken beat-groep Flowriders op, samen met toetsenist Vincent Helbers. Ze brengen een mix van soul, broken beat en rap. Hartog is onder andere te horen op de plaat Starcraft uit 2005.

Solowerk
Hij is dan al zo’n 10 jaar werkzaam als zangcoach en -docent, en sinds 2001 ook voor het Artez Conservatorium in Arnhem. Hartog Eysman richt zich daarbij vooral op het langetermijncoachen van studenten, waarbij hij geregeld met zijn leerlingen brainstormt over de mogelijkheden op muzikaal vlak. Het onderzoekende en/of experimenterende karakter van de student kan hij daarbij zeer waarderen. De eigen onderzoekende en experimenterende houding botviert hij ondertussen op het eigen muzikale project Hartog. Samen met drummer Rowin Tettero (onder andere bekend van Simon Gitsels’ Solo) speelt hij inmiddels al weer heel wat jaren liveshows. De muziek van Hartog verschijnt tot op heden op vier platen, Storyteller (2008), No Hero (2010), Happy Days (2012) en onlangs dus Making Waves (2015).

Meer weten over Hartog Eysman, zien waar hij speelt of zijn muziek bestellen? Kijk op de website van Hartog.

Speellijst

Hartog – Spring Cleaning (voorafje)
Tjeerd Gerritsen – Foetushouding (gast editie #94)
Radiohead – We Suck Young Blood
Bob Marley – Them Belly Full (live at the Roxy)
Tunng – No Man Can Find the War
Jamie XX met Gil Scott-Heron – My Cloud
The XX – Islands
Tricky – Pumpkin
Charles Ives – The Unanswered Question (uitgevoerd door het New York Philharmonic o.l.v. Leonard Bernstein)
Prince – I Wonder You
Prince – Under the Cherry Moon
Talk Talk – Eden
Merz – Engine Heart
Sebadoh – Spoiled

Editie 94: Tjeerd Gerritsen

Tjeerd Gerritsen is gitarist, zanger, tekstschrijver en acteur. Hij werkt een tijd lang voor theatergroepen als Circus Treurdier en Orde van de dag voordat hij zich richt op zijn solo-optredens. Daarnaast werkt hij als gitarist reeds intensief samen met cabaretière Nina de la Croix, speelt hij met de theatrale muziekgroep Fauvist en sluit hij zich in 2012 aan bij het theatrale liedschrijverscollectief Het Nieuwe Lied. Met zijn eerste echte soloprogramma in wording (De Paprikamonologen) wint Tjeerd Gerritsen op 14 april 2015 in het DeLaMar te Amsterdam de publieks- en juryprijs van het toonaangevende Amsterdams Kleinkunstfestival.

Sla dit audiogesprek in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

De zoektocht naar nieuwe invalshoeken
De muzikale begeleiding speelt een belangrijke rol in het werk van Tjeerd Gerritsen. Bij het schrijven van een kleinkunstnummer besteedt hij veel aandacht aan de compositie en de balans tussen tekst en begeleiding. Het nastreven van nieuwe doelen en het verder verfijnen van nummers zit hem in het bloed, ook al betekent dat soms dat hij zich daar soms zelf mee voor hete vuren zet. Het is zijn streven naar perfectie die hem een kritisch, soms onderzoekend luisteraar maakt. Aandachtig luisteren en uitschrijven hoe drummer Brendan Canty van post-hardcoreband Fugazi te werk gaat bij het spelen van die drumriff is hem niet vreemd. De ingewikkelde maatsoorten waarin metalband Meshuggah te werk gaat begeesteren hem. Dit willen begrijpen van muzikale keuzes brengt hem in zijn eigen werk qua stijlkeuze, vorm en muzikaliteit op interessante sporen. Ook en misschien júíst in zijn eigen kleinkunstprogramma.

Van rock naar kleinkunst en rock
Tjeerd Gerritsen begint in 1996 met wat vrienden de rockgroep Prison, die eigen repertoire speelt, vooral van Tjeerds hand. De liefde voor muziek gaat in die tijd vooral uit naar rock, de gierende gitaren. Om die kunst beter te verstaan doet hij auditie bij de popafdeling van het Codarts Conservatorium in Rotterdam. Hoewel ze zijn ideeën prijzen, ontbreekt het volgens hen aan zijn presentatie. Voor Tjeerd is dat aanleiding om zich bij het Utrechts Centrum voor de Kunsten een jaar lang te storten op de vooropleiding Theater. Die opleiding biedt op zijn haar beurt weer nieuwe creatieve vergezichten. Het is een kennismaking met de kleinkunst, de kunst om liederen te schrijven voor de theatersetting, verhalen te vertellen. Een auditie bij de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunstacademie ligt voor de hand en hij wordt aangenomen.

Circus Treurdier
Na zijn opleiding heeft Tjeerd Gerritsen het gevoel nog niet genoeg te weten om zelfstandig op het podium te staan. Naast de gebruikelijke bijbaantjes werkt hij een periode voor het beeldende, poëtische en muzikale Circus Treurdier. Treurdier speelt voorstellingen op uiteenlopende locaties. Zijn eerste bijdrage is het lied “Dit jaar met Kerst”, dat hij aanlevert voor de voorstelling “Kerstmis met Circus Treurdier”. Ook voor de platen en voorstellingen ‘Het Koenijn en ik’ (2009) en De Nieuwe Plaat van Jan K (2009) levert hij bijdragen, als gitarist, pianist en arrangeur. In 2009 vormt hij voor de voorstelling Gezond met Circus Treurdier de rockgroep Mannen van Glas met saxofonist en toetsenist Wilko Sterke, gitarist Peter van Rooijen en drummer Job Boaz. Daarvan verschijnt in 2010 de EP MVG. Omdat bij Tjeerd Gerritsen en andere bandleden veel tijd gaat zitten in andere projecten, houdt Mannen van Glas al vrij rap op met bestaan.
Tjeerd is dan onder andere de opvolger van Maarten Ebbers als vaste gitarist van cabaretière Nina de la Croix. Hij begeleidt hij bij de tours van de voorstellingen ‘Bas’ en ‘Alles kan kapot’. Tegenwoordig spelen ze nog liederen op maat bij speciale gelegenheden.

Samen Solo en Alleen Solo
In 2012 wordt Tjeerd Gerritsen door een van zijn oud-klasgenoten en Treurdier-collega’s gevraagd om mee te komen spelen bij singer-/songwritercollectief Het Nieuwe Lied. Dat is dan aan het derde jaar bezig en timmert inmiddels aardig aan de weg. Het Nieuwe Lied brengt nieuwe, Nederlandstalige nummers gebracht door liedschrijvers met veelal een kleinkunstachtergrond. Het gezelschap staat maandelijkse in Klein Bellevue, maar geeft ook shows in Utrecht, Den Haag en andere grote steden. In 2015 staat Gerritsen met het nummer Foetushouding op de tweede verzamelaar van Het Nieuwe Lied. Tjeerd Gerritsen is bij het verschijnen inmiddels al enkele maanden bezig met de voorrondes van het Amsterdams Kleinkunst Festival. In de voorrondes krijgt hij kans om nieuwe paden in te slaan, te vernieuwen en te slijpen. De ultieme speeltuin voor de onderzoekende Tjeerd. Hij ontdekt er de lol in het verhalen vertellen, van de conferences. Het past hem als een jas. Met het voorlopige resultaat van zijn ‘Paprikamonologen’ staat hij 14 april 2015 in DeLaMar in de finale, met als tegenstrevers Marjolein de Graaff en Elke Vierveijzer. Hij pakt er de Wim Sonneveldprijs, en ontvangt tevens de gunst van het publiek. Met de winst op zak volgt in het najaar van 2015 de Finalistentour en legt Tjeerd Gerritsen tevens de laatste hand aan zijn eerste avondvullende soloprogramma. Hoewel: Tjeerd kennende zal die waarschijnlijk nooit helemaal definitief zijn.

Speellijst

Mannen van Glas – Mannen van Glas (voorafje)
B-Movie Orchestra – La Polizia Sta A Guardare / Tentacoli (gast #93: Wouter Hakhoff)
Pearl Jam – Given To Fly
Fugazi – Caustic Acrostic
Fugazi – Caustic Acrostic (Tjeerds guitar pro-versie: check hier voor meer uitwerkingen van Tjeerd en hier voor een programma om het af te spelen wanneer je geen Guitar Pro hebt)
Maarten van Roozendaal – Judith
Maarten van Roozendaal – De Beer Is Los (fragment)
The Beatles – She Said, She Said
Shostakovich / London Symphony Orchestra olv André Previn – Allegretto uit de Tweede Symfonie (1937)
Mr. Bungle – Ars Moriendi
Secret Chiefs 3 – Anthropomorphosis: Boxleitner
Death Cab for Cutie – Soul Meets Body
Rufus Wainwright – Shadows
Elbow – Mirrorball (met een vleugje Treurdier, arr. Tjeerd Gerritsen)
Prodigy – Out of Space

Verwante gasten in De platenkast van: Nina de la Croix ||| Maarten Ebbers ||| Wilko Sterke ||| Laura Johannes

Editie 93: Wouter Hakhoff

Wouter Hakhoff (Hoorn, 1968) is van huis uit kornettist en trompettist. Tegenwoordig speelt hij ook de bugel en trombone, en werkt hij als arrangeur, componist en dirigent. Hij speelt als vast bandlid bij bands als Maison du Malheur, De Kift, de groep rondom rapper Steven Engel, Def P & The Beatbusters en The B-Movie Orchestra. In zijn loopbaan dirigeert Wouter Hakhoff vele bigbands, waaronder het het moderne Bigtet Terzepi waarmee hij door Europa tourt en onder andere op het North Sea Jazz Festival speelt. Daarnaast werkt hij als dirigent met ondermeer Louis Andriessen, Eric Vloeimans, Lucky Fonz III en Tim Knol. Verder is Wouter Hakhoff sinds enkele jaren werkzaam als dirigent en arrangeur voor Stichting Leerorkest. Daarbij gaan leerlingen van middelbare scholen (vaak voor het eerst) een instrument bespelen, en werken gezamenlijk naar een uitvoering met popnummers en klassieke stukken.

Sla dit audiogesprek in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

De sport en de muziek
Wouter Hakhoff groeit op in het Noord-Hollandse Hoorn in een gereformeerd gezin. In huize Hakhoff staan wel redelijk veel platen, maar die worden feitelijk nauwelijks gedraaid. In de kast staan cabaretiers als Fons Jansen en Henk Elsink (zijn vader Veg Hakhoff is acteur en doet veel met cabaret), en veel koormuziek (zijn moeder zingt in klassieke koren). De enige die de platen nog weleens draait is de kleine Wouter. En hoewel ze zelf dus, buiten de koorzang, niet erg actief bezig zijn met muziek, sturen zijn ouders hem – geheel volgens het adagium ‘een sport, een muziekinstrument’ naar tafeltennis en de Hoornse brassband. Daar kiest hij er uiteindelijk voor de kornet te gaan spelen, een met de bugel vergelijkbaar blaasinstrument. Het zijn Wouter Hakhoffs eerste schreden in de wereld van muziek.

Zijn schreden in de muziek brengen hem gaandeweg op drie muzikale paden: die van de klassieke muziek, de jazz en de popmuziek.

Klassieke muziek: van de romantiek naar de moderniteit
Wouter Hakhoff maakt via de platencollectie van zijn ouders kennis met de klassieke muziek. Ook bij de Hoornse Brassband, waar hij zich op zijn tiende bij aansluit, wordt klassiek werk gespeeld. De eerste cd’s die hij begin jaren ’80 koopt zijn dan ook klassieke werken, onder andere van Edvard Grieg. Rond zijn veertiende doet Wouter Hakhoff met succes auditie bij het Noord-Hollands Jeugdorkest (NJO), waar hij jarenlang de trompet speelt, tot in zijn dienstjaren aan toe. Dat hij tijdens de militaire dienst bij de harmonie gaat spelen, en door een gelukkig misverstand de eerste bugel gaat spelen, is voor zijn ontwikkeling als musicus doorslaggevend geweest. Hij maakt zich de aanvankelijk te lastige partijen met veel studeren eigen. Later vraagt trombonist Jaap Voeten, die ook in de kapel speelt, Wouter Hakhoff om mee te spelen in een nieuwe Amsterdamse bigband. Plots staat hij als relatief beginner tussen de ervaren jazz cats te spelen.

Conservatorium
Dat alles brengt Wouter Hakhoff ertoe auditie te doen bij het Sweelinck-conservatorium in Amsterdam. Aanvankelijk om daar schoolmuziek te studeren, maar hij wordt ook toegelaten voor klassiek trompet. Na enkele jaren studeren geeft hij voor wat betreft schoolmuziek de pijp aan Maarten te geven, en doet hij toelating voor jazztrompet, en een andere wens: de dirigentenopleiding aan het conservatorium. Wouter Hakhoff heeft dan al vaak gedirigeerd, bij de bigband, maar ook bij het saxofoonquintet Multisaxofoneel. Zowel bij directe als jazztrompet wordt hij toegelaten.

Na zijn opleiding aan het conservatorium blijft Wouter Hakhoff evenwel actief in de klassieke muziek. Zo dirigeert hij lange tijd de eindexamenstudenten van de opleiding van componist Louis Andriessen, en is hij vaste dirigent bij een aantal koren.

De jazz
Als tiener kwam Wouter Hakhoff in aanraking met de jazz via zijn vaders verzameling 7″-plaatjes met muziek van Django Reinhardt. Zonder precies te weten wat hij precies aan instrumenten hoort, begeestert de muziek hem. Via zijn muziekleraar Hans Peter Pluim, waar hij achtereenvolgens muziek op kornet en trompet leert spelen, verdiept hij zich verder in het muzikale genre. Pluim zelf heeft dan als trompettist/kornettist voornamelijk een achtergrond in de dixieland. In de jaren ’80 sluit hij zich aan bij een lokale bigband, die zich in de loop der tijd ontwikkelt tot een ware vriendengroep. Samen kopen ze ontiegelijk veel jazz-cd’s uit de bakken van de winkelketens Diskoland en de V&D, en de buit bewonderen ze in de gezamenlijke luistersessies. Zo leert hij de grote bigbandcomponisten als Stan Kenton en jazztrompettisten als Chet Baker beter kennen en waarderen.
Bigbands zijn uiteindelijk een rode draad gaan vormen in het werk van Wouter Hakhoff. Niet alleen speelt hij er de trompet, hij leidt ze en schrijft talloze arrangementen. Maar ook voor andere groepen, zoals het bigtet Terzepi. Tegenwoordig speelt Wouter Hakhoff in de blazerssectie van de ‘supergroep’ The B-Movie Orchestra, die vaak verrassend spannende, goede filmmuziek uit b-films opnieuw uitvoert. De muziek in deze groep is vaak een crossover tussen jazz, pop en klassiek werk. In de groep zitten vele andere musici die hun sporen verdiend hebben, zoals bandleider en drummer/percussionist Baz Mattie (o.a. Orchestra-a-dakar en Ellen ten Damme), tenorsaxofonist Arend Bouwmeester (Juicebox, Normaal en 4tuoze Matroze) en gitarist Jac Bico (Beeswamp, Loïs Lane). Het B-Movie Orchestra werkt ook als sessie-orkest voor diverse projecten van het VARA tv-programma De Wereld Draait Door.

Pop en hiphop
In de tienerjaren van Wouter Hakhoff is er met de activiteiten van onder andere het West-Fries Popkollektief (WPK) en de krakersbeweging een levendige muziekscene in Hoorn. Uit die Hoornse scene komt onder andere de soulformatie The Fruitcakes voort. Begonnen als Dickie and the Fruitcakes volgen er nog enkele formaties die min of meer dezelfde naam dragen. Als Wouter Hakhoff zich aansluit bij de groep bestaat (Not) the Fruitcakes uit twaalf muzikanten. De bezetting van de blazerssectie komt overigens in grote lijnen overeen met die van de bigband waar hij in de jaren tachtig in speelt.

Zijn bestaan als (sessie-)muzikant in de popmuziek neemt pas echt een vlucht in de huidige eeuw. Zo speelt hij geregeld trompet met de Hoornse rappers Engel & Just, speelt hij mee met en arrangeert hij muziek voor Tim Knol, treedt hij op met Def P & The Beatbusters. Verder is hij de arrangerende en dirigerende kracht achter de gelegenheidsorkesten Grand Park Orchestra en Grand Pop Orchestra, waarvoor hij nummers van onder andere Lucky Fonz III, The Souldiers, Jacco de Greeuw, Niels de Wit en Jacco Gardner onder handen neemt. Ook is Wouter Hakhoff sinds enige tijd vast bandlid van de Zaanse theatrale folkpunkgroep De Kift en speelt hij met Maison du Malheur.

Over smaak, componeren en de schoonheid van ‘modern’ klassiek
In zijn editie spreekt Wouter Hakhoff niet alleen over zijn eigen muzikale ontdekkingsreis en het ontwikkelen van smaak, ook vertelt hij over de essentie van het arrangeren, de schoonheid van moderne klassieke muziek.

Voor meer informatie over enkele projecten en groepen waar Wouter Hakhoff bij betrokken is, zie:
Def P & The Beatbusters
The B-Movie Orchestra
Engel (& Just)
Orkest in de klas
Maison du Malheur
De Zwarte Olifant
Wouter Hakhoff op Twitter

Editie 92: Roy Santiago

Roy Santiago (1980) is zanger, gitarist en toetsenist. Van zijn eigen band, die eveneens de naam Roy Santiago draagt, verschijnt in maart 2015 het nieuwe album Devotion op cd, vinyl en mp3. Het is het eerste album van Roy Santiago sinds 2011 – het jaar waarin The Great Pretender gepresenteerd wordt. Na dit britpop-album is Roy zich meer gaan richten op zijn andere band, de lofi-rockers van Doo Run Run. Met de nieuwe plaat Devotion legt Roy Santiago zich, in een nieuwe bandbezetting, weer toe op het ‘solo’-project dat hij in 1999 is begonnen.

Sla dit audiogesprek in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Roy Santiago, de band
De bezetting van de groep rondom Roy Santiago wisselt in de loop der jaren nogal, net zoals het geluid van de Brabantse Nijmegenaar aan verandering onderhevig is. Dat zit ‘m in de onderzoekende aard van de voorman, die steeds weer op een ander muzikaal spoor belandt. Anno 2015 speelt Roy Santiago live met toetseniste en zangeres Pien Feith, drummer Marcel van As (Coparck, Spinvis), gitarist Melvin Wevers (uit de band van Pien Feith) en bassist Sjors van der Meulen (The Doo Run Run en Kevin Costners). Op 12 maart 2015 presenteert hij met zijn band het nieuwe album Devotion in Merleyn, Nijmegen. Het is een spannende, meeslepende rockplaat geworden over de voor- en tegenspoed in het leven van de muzikant. Het muzikantenbestaan is een onderwerp waarover Roy Santiago zich in 2014 al uitlaat in een artikel in het online tijdschrift Noisey. Hierin noemt hij het muzikantschap een ‘kloteduur vak’ is. Roy Santiago financiert de plaat Devotion met donaties van zijn publiek: hij vraagt vraagt hen het album vooraf te bestellen en bekostigt daarmee de productie en persing van de LP’s en CD’s.

Low budget, high fidelity
De opnames en mixage van de plaat zijn dan al goeddeels afgerond. Het leeuwendeel van het materiaal van de plaat neemt Roy Santiago op met een krap budget in een ‘hutje’ op de Veluwe. Samen met Sjors van der Meulen en Xavier Teerling wordt er een paar weekeindes gewerkt met de demo’s die Roy Santiago meeneemt. De laatste hand aan de opnames wordt gelegd in de studio van mede-Nijmegenaar en De Staat-voorman Torre Florim – en dat is te horen in diverse gitaarhoekjes, drumroffels en koortjes. Het titelnummer Devotion is daar misschien wel het duidelijkste voorbeeld van: het nummer lijkt wel een letterlijke bezwering van de luisteraar te zijn. Toch is het onmiskenbaar een Roy Santiago-plaat, het experiment wordt niet geschuwd. In een nummer als Friends, een interlude op de plaat, wordt lekker aan de knoppen van de synthesizer gedraaid en zitten ook wat productionele geintjes verwerkt. Aan de andere kant is dit toch wel de meest hifi-plaat die Roy Santiago tot dusverre heeft afgeleverd. Zeker op zijn eerdere platen (The Specialist (2006), Broca (2007) Is not Electric Light Orchestra (2008) en in zekere zin ook op At Mt. Ventoux (2008)) speelt het zachtjes ruisen en brommen (van apparatuur) samen met (een overdosis) galm een belangrijke rol in het totaalpakket. Het gebrek aan ruis en spatjes zorgt dat de plaat, net als de voorganger The Great Pretender uit 2011 een geheel ander sfeer ademt.
Iets anders dat de muziek van Devotion gemeen heeft met het materiaal op The Great Pretender is dat het nog altijd prettig toegankelijk is. Met de lichte traagheid, de strakke hoeken en puntige roffels is het materiaal van Roy Santiago een sexy schnit aangemeten. Toch is het geheel compromislozer en gedurfder dan de op zestiger- en zeventigerjaren poprock geschoeide voorganger. In de eerste minuut van het slotnummer, Growing Brains, horen we de lofi-held van weleer weer even act de présence geven. Langzaam groeit het nummer aan met lage tonen, stemmige samenzang en uitbundig gepingel op de elektrische piano. De mixage van de plaat is overigens in handen van de Philedelftenaar Jon Low.

Van Sound Assassins naar solo
De van origine Bredase gitarist-zanger speelt jaren met de vijfkoppige formatie The Sound Assassins, die eigen materiaal speelt, waarbij ze zich hebben laten inspirerem door de britpop en new wave van de jaren ’80. Het is muziek die Roy Santiago ook in zijn ouderlijk huis vaak hoort galmen. Beide ouders zijn behoorlijk bij de tijd voor wat betreft platenkeus. In de periode dat hij met de Assassins speelt, begint Roy ook solo muziek te maken. Dat wordt vrij snel opgemerkt door een vriend die op een eigen label (Baron Samedi) korte tijd vinylsingles uitbrengt. Daar verschijnt in 2000 Santiago’s debuut ‘Music for the Runaway Season’ op 7 inch vinyl, dan nog onder de naam Roy S. Een landelijke toernee met bevriend gitarist Martin Kuijstermans (Salad Bar) volgt. In de jaren daarop volgen er nog twee EP’s en een CD bij het Leidse label Wot Nxt, waaronder eentje met de Amsterdamse rockband Julia P (Julia P. vs Roy S., 2003).

Doo Run Run
In de loop van de jaren ’00 start Roy een zijproject met de lofi rockgroep Doo Run Run. In 2005 verschijnt al een eerste EP van hun hand. Vervolgens gaat Roys aandacht vooral nog uit naar zijn eigen project en de band van Pien Feith. Bij Pien Feith is hij betrokken rondom het verschijnen van The Wilderness Sound in 2007, de wat meer rock-georiënteerde plaat van Feith. Doo Run Run krijgt in de jaren ’10 pas een echte vliegende start. Ze brengen in de periode 2012-2014 in totaal vier singles/EP’s uit bij het Groninger label Subroutine. De band bestaat naast Roy (op gitaar en zang) uit Stefan Sterrenberg op drums, Xavier Teerling op gitaar, Saskia Bultman op zang en Sjors van der Meulen op bas.

Badmintone Records
Naast de EP van Doo Run Run in 2005 verschijnt, richt Roy zich zogezegd weer meer op zijn soloproject. Samen met Pien Feith en Melvin Wevers begint hij het nieuwe label Badmintone Records. Vanzelfsprekend vinden Roy Santiago en Pien Feith er hun heenkomen, alsmede enkele andere groepen, waaronder We Love People In Bearsuits. Bij Badmintone zullen niet alleen The Specialist, Broca, Roy Santiago Is Not The E.L.O. en At Mt. Ventoux verschijnen, ook werkt hij mee aan een tweetal kerstverzamelaars van het label en schrijft hij een muzikale bewerking van het gedicht ‘Voor wie ik liefheb wil ik weten’ van Neeltje Maria Min voor Poetracks. Daarnaast brengt hij in 2005 een sfeervolle, vooral van melancholie doordrenkte en bij vlagen ronduit storende (als in indringend lawaaierige) soundscape uit, die net als de meeste albums en EP’s, nog steeds te verkrijgen is op de Bandcamp-artiestenpagina van Roy Santiago.

Devotion bij Morning Coffee
Devotion is in maart 2015 verschenen bij het label Morning Coffee/Pias. De komende tijd zal Roy Santiago met zijn band het materiaal op het Nederlandse publiek loslaten. Iets dat hen tot dusverre al uitstekend bevalt.

Voor een overzicht van de komende optredens van Roy Santiago, bezoek de website van de band. Daar zijn ook de recentste EP’s, CD’s en platen te bestellen.

Foto: Eric Veltink

Editie 91: Susanne Linssen

Susanne Linssen (1977) is de oprichter van de groep Band of Beginners. Als frontvrouw schrijft ze de nummers van de groep, zingt en speelt viool. In 2014 verschijnt het goed ontvangen debuutalbum September Sunburn op vinyl en cd bij het label Excelsior Recordings. Voordat ze zich met haar eigen band op zelfgeschreven nummers werpt, speelt Susanne Linssen jarenlang viool bij andere bands, waaronder Seedling, awkward i en Hospital Bombers.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Susanne Linssen is vooral bekend als muzikant bij meer pop-georiënteerde muziekgroepen. Van huis uit is ze echter opgegroeid met klassieke muziek. Haar ouders draaien alleen maar klassiek, en maken zelf ook muziek op piano en hobo. Het is dan bijna vanzelfsprekend dat ze, als ze de viool oppakt, vooral klassiek repertoire mee naar huis krijgt. Het materiaal en het instrument zelf blijft Susanne met name boeien doordat ze al snel samen gaat spelen met andere muzikanten. Uiteindelijk besluit ze viool te gaan studeren aan het Artez Conservatorium in Arnhem. Linssen speelt vervolgens bij verschillende orkesten, waaronder het Riciotti Ensemble en, tijdens haar studie aan de Universiteit van Amsterdam, het CREA Studentenorkest. Nog altijd speelt geregeld klassieke muziek met vrienden – zij het niet meer zo intensief als tijdens haar studie in Arnhem.

Seedling (1996-2004)
Haar eerste ervaring met spelen in een band krijgt Susanne Linssen als ze – aangespoord door haar broer – reageert op een advertentie waarin de band Seedling aangeeft op zoek te zijn naar een gitarist. Gitaar spelen doet Susanne niet, maar onder het mom van ‘wie weet als violist bij akoestische sessies’ reageert ze toch, mede omdat de genoemde referentiebands haar aanspreken. Bij de eerste auditie is er direct een klik, en de band gaat verder met een violist in plaats van een tweede gitarist. Seedling bestaat verder uit gitariste/zangeres Marg van Eenbergen (Tenants), bassist Bas Jacobs (Pfaff, De Jeanetten) en drumster Mariken Smit (die ook kort bij Norma Jean speelt).

Van Seedling verschijnen in de loop der jaren een aantal uitgaven, waaronder een Britse split single, de EP Sham Pain (1997), CD Elevator Tourist (2001) en in 2003 Let’s Play Boys & Girls. Met Seedling beleeft Susanne Linssen mooie avonturen, zoals een succesvol optreden op Noorderslag ’97, een sessie bij John Peel en een Britse tour, maar in 2004 is de kous toch af en scheiden de wegen. In de studiebanken komt Susanne gitarist/zanger Jan Schenk tegen, die samen met drummer Marc van der Holst een nieuw muzikaal project is begonnen. Hij vraagt Susanne ook om eens wat te komen spelen en zingen. Dat is min of meer de geboorte van wat Hospital Bombers is gaan heten.

Hospital Bombers (2005-2013)
Van de groep, die voor wat betreft arrangementen de inspiratie haalt de folk en de pop, verschijnt in 2008 het debuutalbum Footnotes bij Excelsior Recordings op cd, vinyl en muziekcassette. Aan het album, dat lovende recensies krijgt, is veel schaaf- en sleutelwerk vooraf gegaan. Hofleverancier voor de teksten en liedjes is Marc van der Holst. De inkleuring van het materiaal gebeurt door de hele band, die verder bestaat uit Vincent Dijkema op gitaar en Jan-Pieter van Weel / Remco Mooijekind op basgitaar.

De tweede plaat van Hospital Bombers verschijnt op Valentijnsdag 2012. Zoals de teksten van Van der Holst vaak over schrijnende, kleine situaties handelen, en toch vaak ook over het gestuntel in de liefde, zo gieten ze de albumpresentatie van At Budokan in de vorm van een protestavond tegen het liefdesverdriet in Club Trouw te Amsterdam. Naast hun eigen optreden hebben ze een trits aan bijzondere gasten, die hun bijdrage leveren over dit veelbesproken fenomeen. Zo verschijnen Erik de Jong (Spinvis), Maxim Hartman en Roel van Duijn ten tonele om protest aan te tekenen tegen ‘ludduvuddu’. Gadegeslagen door een uitverkochte zaal verontwaardigde bezoekers. De plaat zelf is trouwens mede door an Schenk opgenomen in Frans Hagenaars Studio Sound Enterprise te Weesp.

Het begin van Beginners
Ook Hospital Bombers is eindig, zo blijkt. Jan Schenk gaat zich meer en meer richten op zijn eigen opnamestudio en Marc van der Holst richt zich weer meer op zijn stripserie Spekkie Big en de band The Heights. Susanne Linssen ontdekt de kracht van haar eigen liedjes en gaat daar met goede vriend Maarten Kooijman (Johan) de boer mee op. Ze belandde in 2001 al in de finale van Mooie Noten. In 2012 en 2013 wordt het haar duidelijker wat voor richting zij zelf uit wil. Het schrijven van het nummer September Sunburn maakt het helemaal helder. Met dit nummer als uitgangspunt selecteert ze uit haar repertoir geschikt materiaal en schrijft ze nieuwe nummers voor het album dat ze samen met Jan Schenk opneemt. ‘

2014: September Sunburn
Voor haar band, die aanvankelijk gewoonweg Beginners heet, vraagt Susanne Linssen bassist en gitarist Geert de Groot en slagwerkster Marit de Loos, die ze beide kent van een tour van Hospital Bombers met de vuige rock ’n rollgroep Scram C Baby. Daarnaast vraagt ze Maarten Kooijman voor het gitaarspel en Jacqueline van Hees (die ze kent uit de wereld van de klassieke musici) voor vioolspel. Voor Van Hees is het de eerste ervaring in een popband, die voor de rest bestaat uit ervaren bandjesmensen. In september 2014 verschijnt het album September Sunburn bij Excelsior, en wordt buitengewoon goed ontvangen. Ook in de popzalen – waar Band of Beginners al gauw hun vorm vindt – wordt enthousiast gereageerd. Van de plaat verschijnen in 2014 twee singles, I Need To Sleep en September Sunburn. Het nummer I Need To Sleep wordt vergezeld door een videoclip die geregisseerd is door Esther Rots (Kan Door Huid Heen). Het gaat om een hermontage van de korte film Play With Me uit 2002 waar Susanne Linssen de hoofdrol in speelt. De film is indertijd geselecteerd voor het filmfestival in Cannes.

De komende tijd trekt Susanne Linssen eropuit met haar band, en werkt ze verder aan een interactieve videoclip voor de derde single Staring Contest. De plaat van Band of Beginners is, net als de muziek van Hospital Bombers, te verkrijgen bij de platen- en cd-speciaalzaak en de webshop van Excelsior Recordings. Beluisteren kan ook op de webstek van de band van Susanne Linssen, Band of Beginners.

Editie 90: Trevor Clark

Trevor Clark is schrijver van de komische whodunnit ‘Murder on the train to Skaville’. Naast een moordmysterie geeft het boek ook een mooi beeld van de ontwikkeling die de Britse reggae-, ska- en punkscene heeft doorgemaakt in de periode vanaf pakweg de jaren vijftig tot en met begin jaren ’90. Voor de personages in het boek kon hij putten uit de reeks hoorspelen die hij samen met zijn broer maakte over een fictief radiostation ‘Pirate Radio Skankdown’.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Trevor Clark is geboren in een klein dorp nabij het Britse Hull. Van jongs af aan is hij al een groot liefhebber van ska en aanverwante muziekstijlen. Als tiener ziet hij in zijn thuisstad Selby talloze concerten van de regionale bands uit de regio en maakt hij soms ook uitstapjes naar Londen om de grotere bands te kunnen zien. In de 1990 besluit Trevor zijn baan op te zeggen en reist hij samen met zijn broer door Europa op zoek naar avontuur. Op een van de stops ontvangen zij een mixtape van hun jongere broer die ze met veel plezier beluisteren. Als reactie maken ze een eigen tape met daarop sketches en improvisaties over een niet-bestaand radiostation dat voornamelijk reggae en ska draait. Dit bevalt zo goed dat er in de loop der jaren meerdere afleveringen worden opgenomen. In de loop der jaren worden diverse karakters verzonnen die Trevor samen met zijn broer van stemmen voorziet.

WIN HET BOEK
Wil je kans maken op het boek ‘Murder on the train to Skaville’? Geef dan het antwoord op de volgende vraag: wat zou de echte naam van het karakter ‘Seven Bellies’ zijn? Hint: het antwoord is te vinden op de website van Pirate Radio Skankdown (onder Not in the book). Stuur je antwoord met naam en adres naar redactie@platenkastvan.nl. Insturen kan nog tot zondag 31 mei 2015.

Pirate Radio Skankdown
In zijn boek beschrijft Trevor Clark de avonturen van ankerman DJ Dread, een Jamaicaanse jongen die in zijn tienerjaren met zijn moeder naar Engeland is getrokken. Naast uitgaan in de lokale toko The Devil’s Arms van Mad Axe Man bestiert hij de piratenzender ‘Pirate Radio Skankdown’. Met zijn vrienden besluit hij een pas gerestaureerde stoomtrein te kapen om in alle vroegte de overtocht te maken naar het illustere walhalla voor muziekliefhebbers ‘Skaville’. Als de kaping slaagt, lijkt niks een muzikale trip down memory lane meer in de weg staat. Totdat blijkt dat aan boord van de Skaville Express een moord is gepleegd en uitgerangeerde detective Matt Davies zich aanbiedt om de moord op te lossen.

Een humorvol en leerzaam boek
Het verhaal van Murder on the train to Skaville leest prettig weg, ook als het Engels niet je moedertaal is. Wel is het aan te raden om niet de hele tijd terug te bladeren naar de verklarende woordenlijst die voor in het boek is opgenomen. In dit overigens geinige lijstje staan woorden uit het gebruikte dialect toegelicht. In plaats daarvan kun je als lezer beter gesproken taal hardop voorlezen.  Uit de karakters blijkt onmiddellijk dat Trevor Clark met zijn boek een dubbele bodem heeft. Elk karakter uit het moordmysterie vertegenwoordigt een stroming uit de Britse populaire cultuur. Zo zijn Coke en Seven Bellies hippies, Bones en Sticks new age travellers en DJ Dread is rastafari. Met zijn boek wil Trevor Clark alle stromingen samenbrengen en de samenhang uitleggen. Hoewel dit soms wat al te prominent in het boek naar voren komt, is het nergens storend en staat het het verhaal niet in de weg; de verschillende lijnen in het boek worden in een soort raamvertelling aan elkaar geknoopt. De meegeleverde cd biedt je als luisteraar een mooie muzikale begeleiding van het boek, al zou het nog leuker zijn geweest als je af en toe flarden Pirate Radio Skankdown tussendoor zou horen komen.

Al met al heeft Trevor Clark met zijn debuutroman een huzarenstukje afgeleverd, waarin met veel humor, muziekstromingen in hun liefde voor muziek hand in hand laat gaan. Hij slaagt erin de lezer een aantal keer op het verkeerde been te zetten. Murder on the train to Skaville maakt niet alleen nieuwsgierig naar het vervolg, maar ook naar de hoorspelserie zelf – die omwille van rechtenkwestie helaas nog niet online te beluisteren is.

Meer over Trevor Clark kun je vinden op de website van Pirate Radio Skankdown, die Trevor Clark bijhoudt. Daar valt ook het boek te bestellen.

Editie 89: Circus Treurdier

Wilko Sterke en Frank van Kasteren vormen de muzikale kern van het beeldende, muzikale en poëtische theatergezelschap Circus Treurdier, dat in januari 2017 in samenwerking met Pupkin en VPRO vier nieuwe afleveringen van de televisieserie Treurteevee presenteert. Sterke en Van Kasteren schrijven en spelen voor Circus Treurdier niet alleen veel arrangementen van het gezongen materiaal, ook zijn zij verantwoordelijk voor veel sfeerbepalende theatermuziek. Wilko Sterke is als muzikant, componist en arrangeur al sinds de oprichting in 2008 bij Circus Treurdier betrokken. Als muzikaal leider speelt Sterke onder andere synthesizer, piano en altsaxofoon. Frank van Kasteren is nauw betrokken bij het schrijfproces en is op het podium vaste gitarist.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Circus Treurdier
Circus Treurdier is een genootschap van individuele, jonge makers dat zich toelegt op een bijzondere vorm van muziektheater. Niet alleen bieden ze het Nederlandse publiek beeldend, poëtisch en muzikaal theater: dat doen ze ook door te kiezen voor een bijzondere setting. Zo wordt voor de vele voorstellingen die ze spelen in Bellevue (tevens theaterpartner van de Treurdieren) en diverse andere plaatsen (zoals het festival 5D in Amsterdam-Noord) in Amsterdam een deel van de zaal ingericht als bar, waar in meerdere pauzes een versnapering kan worden gehaald. Aan decor en ruimtegebruik wordt met veel liefde en creativiteit gewerkt, en dat geldt ook voor de muziek. In voorstellingen wisselt Circus Treurdier welhaast sacrale samenzang af met puntige protestliederen en (niet zelden in geestige melancholie gedrenkte) knappe pop- en kleinkunstparels. Het duo Wilko Sterke en Frank van Kasteren laat niet na daarin ook in het instrumentgebruik de randen van gebaande theaterpaden op te zoeken. Daarbij worden ze bijgestaan door andere muzikanten binnen Circus Treurdier. Naast Wilko en Frank leveren ook acteurs Thomas Spijkerman, Jan-Paul-Buijs, Ellen Parren, Imke Smit en Peter van Rooijen muzikale bijdragen, waarbij Van Rooijen ook gitaar speelt.

Wilko Sterke

Als muzikaal leider maakt Wilko Sterke ook deel uit van de artistieke kern van Circus Treurdier. Als hij zich in 2008 bij het dan kersverse gezelschap Circus Treurdier voegt heeft hij al zo’n anderhalf jaar het diploma van zijn studie Sociale Psychologie op zak. Na afronding van zijn studie besluit hij, geïnspireerd door de noeste arbeid op de planken van zijn oom Maarten van Roozendaal, zijn vleugels uit te slaan in het muziektheater. Naast lessen in saxofoon (een instrument dat hij al van jongs af aan bespeelt) legt Wilko Sterke zich toe op zang en spraak, pianospel en leert hij veel over muziektheater aan de Toneelschool van Amsterdam, tijdens een korte studie aan het College of Music in California, en bij productiehuis Orkater.

Via deze wegen komt hij niet alleen bij Circus Treurdier terecht, maar speelt hij ook in andere theaterprojecten. Zo werkt hij in een productie van regisseuse Eva Bauknecht en staan Peter van Rooijen en Wilko Sterke met “Team Peter” samen in de finale van het Amsterdams Kleinkunstfestival. Met Peter van Rooijen gaat Wilko er met de Wim Sonneveldprijs vandoor. In 2010 vormen Van Rooijen en Sterke tevens de aan Circus Treurdier gelieerde Nederrockgroep Mannen Van Glas, die verder bestaat uit gitarist en zanger Tjeerd Gerritsen en drummer en zanger Job Boas.

Recenter (in 2013) maakt Wilko Sterke zijn opwachting bij Orkater: De Nieuwkomers, waar hij samen met Thijs Maas een stuk produceert en speelt op basis van Hermann Hesses Narziss und Goldmund. Daarnaast is hij docent muziek aan de Toneelschool en Kleinkunstacademie van Amsterdam en maakt hij geregeld arrangementen voor koren. Wilko Sterke schrijft ook solo teksten en muziek. Hij maakt daarbij meer en meer gebruik van de mogelijkheden die de synthesizer biedt en is daarmee een bijzondere eend in de bijt bij het singersongwritergezelschap Het Nieuwe Lied. In een maandelijks gehouden avond in Klein Bellevue laat hij (als een de twaalf leden van Het Nieuwe Lied) regelmatig van zich horen.

De Van Roozendaals en Van Dijcks
Als kind hoort Wilko Sterke de saxofoonsolo’s van Branford Marsalis, die regelmatig meespeelt in het werk van Sting. Het zijn diens cd’s waar in huize Sterke de spiegel van af gedraaid wordt. Waar er thuis veel gezongen wordt, Wilko’s vader veel piano en gitaar speelt, wordt Wilko Sterke door zijn familie in Amsterdam en Marken geïnspireerd om dit ook op professionele wijze aan te pakken. In Amsterdam is dat de al eerder genoemde oom Maarten van Roozendaal, uit Marken (en later Amsterdam) is dat de familie Van Dijck. Als tiener speelt Wilko al geregeld de saxofoon in de blazerssectie van de Molukse ‘roots’-band Van Dijck Band. Als Joost van Dijck in 2008 met enkele van zijn zussen The Souldiers vormt, een groep die zich toelegt op het spelen van standards uit de soul en funk, is Wilko Sterke een van de vaste bandleden.  Het is via Cato van Dijck dat Wilko Sterke later zijn muzikale partner Frank van Kasteren leert kennen.
» Meer over De Van Dijck Band en The Souldiers in het interview met Cato van Dijck

Frank van Kasteren

Anders dan Wilko Sterke heeft Frank van Kasteren veel meer een achtergrond in het bandjescircuit. Van Kasteren groeit op in het Zuid-Hollandse Lisse. Van grote invloed op Franks muzikale ontwikkeling is de grote muzikale voorliefde van zijn vader: de Amerikaanse muzikant Frank Zappa. Nog regelmatig krijgt Van Kasteren te horen dat hij op de proppen komt met buitengewone gitaarriffs en muzikale kronkels.

Sir James
Samen met jeugdvriend Tommaso Sarri vormt Frank van Kasteren in de loop der jaren diverse bands. In 2008 is dat de rockgroep Sir James. In de band zitten enkele (mede)studenten van het conservatorium. Het duurt jaren voor de eerste plaat verschijnt, maar in januari 2015 is het zover. Met een publieksfinanciering bij Voordekunst zamelen ze genoeg geld bij elkaar voor het album ‘My Love the Drunk’. Ook verschijnt in 2015 een album met nummers die zijn geschreven als tegenprestatie bij Voordekunst.

Dat de plaat niet eerder verschijnt heeft veel te maken van de drukte van de studie, maar ook met de hoge vlucht die andere projecten nemen. Met Orlando (de band van Tessa Douwstra) en vooral ook Wooden Saints (opgericht door drummer Viktor van Woudenberg en gitarist Arjen de Bock) wordt veel succes geboekt. In 2012 verschijnt de langspeler ‘I Know Why Your House Is On Fire’, die in het gehucht Baambrugge wordt opgenomen.
» Meer over Wooden Saints en de totstandkoming van deze plaat in het interview met Viktor van Woudenberg.

Daarnaast speelt Frank van Kasteren eigen materiaal met zijn soloproject Elijah. Met zijn plaat ‘Letters for Elijah’ die verschijnt in 2015 zoekt Frank het gevaar van lust en liefde, wil hij uitdragen dat het goed is verlangens te mogen voeden of bang te durven zijn. In zijn liveband spelen drie mensen die hij onder andere kent van Wooden Saints. Een jaar eerder staat Frank van Kasteren Elijah staat hij in de finale van Mooie Noten 2014.

Via Danko tot Wilko
Het succes met Wooden Saints betekent ook het einde van de band Danko. Samen met Viktor van Woudenberg, bassist Jan Teertstra en Cato van Dijck vormt Frank van Kasteren de groep die aanvankelijk vooral dient als projectband voor de studie aan het Conservatorium van Amsterdam. Ze spelen voornamelijk materiaal van The Band en Little Feet. Met de jaren schrijft het viertal ook aan eigen materiaal, dat ze in een studio in Nieuwe Pekela opnemen om uit te geven op cd. Zover komt het niet: uiteindelijk blijven de opnames op de plank liggen. Hoewel Danko dus geen lang leven beschoren lijkt, ontmoet Frank van Kasteren tijdens repetities van Danko in een pand in Amsterdam-Noord Wilko Sterke, die daar op dat moment woont. Dit leidt al gauw tot een intensieve samenwerking, o.a. voor het Bostheater, De Orde van de Dag en Circus Treurdier. Aanvankelijk spelen Danko-leden Jan Teertstra en Viktor van Woudenberg ook mee bij enkele producties van zowel Treurdier als De Orde.

Treurteevee

Met TreurTeevee creëert Circus Treurdier een hele nieuwe wereld, waar de Treurdiers bekende dolende karakters een nieuw heenkomen lijken te hebben gevonden. De onbewuste egocentrische klootzak en verlopen tv-presentator Frederik Kaak, de zich schamende burgerman Uusbief en de Rolstoeldiva kwamen allemaal ook al voor in een of meerdere theatershows van het circus. Het medium televisie geeft de makers echter een heel ander palet, waar veel meer met kaders en beeldtaal gespeeld kan worden. Dat geldt ook voor de manier waarop Wilko Sterke en Frank van Kasteren te werk zijn gegaan.
Mede dankzij publieksfinanciering via Voordekunst en de steun van sponsoren als de VPRO en de honderden Traandeelhouders (donateurs) kunnen twee afleveringen worden gemaakt, die sinds november 2014 onder andere op VPRO.nl te zien zijn. De afleveringen van Treurteevee (ook toekomstige edities) behandelen telkens één centraal thema. Zo behandelen de twee proefafleveringen de thema’s Zelfhaat en Seks. Met de serie hoopt Treurdier ook een toevluchtsoord te zijn voor hen, die als kind ook konden genieten van de absurditeit van Rembo & Rembo of Theo & Thea. Die willen opgaan in een filmische, absurdistische en bij vlagen komische wereld.

Vier nieuwe afleveringen
De twee proefuitzendingen zijn in 2015 ook te zien geweest tijdens de 3LAB tv-week. Door het tv-kijkend en internettend publiek zijn de aflevering zeer enthousiast ontvangen. Dusdanig enthousiast dat de VPRO besluit de opname van een nieuwe reeks volwaardige reeks te financieren. Het duurt uiteindelijk nog tot januari 2017 voordat de serie op televisie en online (zo ook op de webstek van de VPRO) te zien zullen zijn.

Nieuwe voorstellingen in het theater
In het theater staan de makers ook niet stil. Na in december 2014 voor uitverkochte zalen de show Kerst met Kaak XL (een scroogiaans verhaal rondom de uitgerangeerde tv-presentator Frederik Kaak) te hebben gespeeld, volgen in 2015 en 2016 onder andere de nieuwe voorstellingen ‘De Zwarte Doos’ en ‘Nachtmis 2016’ (tijdens de kerst). Ook aan deze shows werken Frank van Kasteren en Wilko Sterke mee.

Meer luisteren, bekijken en meemaken.
Ondertussen zijn Frank van Kasteren en Wilko Sterke nog maandelijks te zien in het satirische actualiteitentheater De Orde van de Dag.
Voor meer informatie over de komende shows van Circus Treurdier, bezoek hun webstek. Daar kun je je ook melden als donateur van Circus Treurdier.

Bezoek ook eens de website van Sir James van Frank van Kasteren en Tommaso Sarri of Letters for Elijah (van Frank van Kasteren solo) voor tourinformatie en cd’s. Meer over Wilko’s andere activiteiten vind je op zijn website. Het genootschap zingende cabaretiers en andere kleinkunstenaars dat Het Nieuwe Lied heet, vind je hier.

Editie 88: Amber Kamminga

Amber Kamminga is een gitariste en zangeres, werkend vanuit Amsterdam. In 2014 verschijnt haar debuut-EP ‘Sweeter Than This’. Haar materiaal is geschreven in een trefzekere popsnit, waarbij de country & western-muziek nooit ver weg zijn. Muzikanten als Jewel Kilcher en Taylor Swift zijn voor Amber Kamminga belangrijke inspiratoren. Het nummer Love Story van laatstgenoemde zangeres was voor Amber zelfs aansporing om tekstschrijven meer te zien dan alleen maar ervaringen en gevoelens van haar af te schrijven. Sinds kort heeft Amber Kamminga behalve bassist Pascal Keyner nog twee muzikanten om zich heen verzameld voor grotere liveoptredens.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Avril Lavigne en Taylor Swift
Op elfjarige leeftijd bezoekt de Heerhugowaardse Amber Kamminga met haar oudere zus een concert van Avril Lavigne. Eenmaal thuis van het concert is het duidelijk: ze wil dolgraag de gitaar oppakken en liedjes leren spelen. Op 12-jarige leeftijd schrijft ze al haar eerste liedje over het lang en gelukkig leven van haar ouders. Vervullen haar schrijfsel in het begin nog vooral de functie van dagboek, als ze tijdens het afwassen Love Story van Taylor Swift hoort beseft ze dat ze dat ook voor anderen zou kunnen schrijven. Zo belandt ze ook op het podium van J.C. Kompleks in Heerhugowaard.

Sweeter Than This
Hoewel ze al enige tijd op de planken staat, verschijnt in 2014 dan eindelijk het eerste materiaal op cd. In de studio van drummer Maarten Tamminga (o.a. Grote Prijs-finalist Karma’s Lab) neemt ze met haar vaste bassist en Lars Kooyman op elektrische gitaar en mondharmonica drie nummers op voor de EP, die op 26 september van dat jaar wordt gepresenteerd. Later dat jaar levert ze ook een bijdrage aan de elpee HHW LP, een initiatief van haar thuishonk JC Kompleks.

De band van Amber Kamminga bestaat naast Amber op zang/gitaar en Dave Neijsen op basgitaar verder uit Pascal Keyner op gitaar en Ruben Atteveld op slagwerk. Keyner heeft ervaring met spelen van het werk van Mayer en Atteveld heeft hiervoor met name jazz gedrumd. Amber Kamminga heeft voor het slagwerk met name gezocht naar een drummer die juist gewend is om rustiger te drummen, omdat dat ook beter voegt bij de muziek die ze schrijft. Er wordt druk gerepeteerd, de eerste optredens zijn in januari 2015 en ook voor de rest van het jaar staan er al diverse concerten op het programma. Verder doet Kamminga een gooi naar de titel Beste Singer-Songwriter van Nederland. Met haar band staat ze in april 2015 in de finale van de Rabo Graspoll.

Meer over Amber Kamminga op haar webstek. De LP met Heerhugowaardse artiesten is o.a. te verkrijgen bij Plato Alkmaar. De EP van Amber Kamminga is onder andere te verkrijgen bij optredens, op iTunes (download) en te beluisteren via Spotify.

Editie 87: Marnix Vinkenborg

Marnix Vinkenborg (Alkmaar, 1997) is zanger en gitarist bij de Hoornse shoegaze/popformatie Couleur Café. In 2014 verschijnt van de groep de EP Couleur Café EP. Samen met drummer en elektronica-artiest Jos van Tol organiseert Marnix Vinkenborg de nieuwe concertreeks Outgaze, waarmee ze ‘in de provincie’ een podium willen bieden aan wat meer gewaagde muziek.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Marnix Vinkenborg richt Couleur Café in december 2013 samen met bassist en synthspeler Linus Kropp en drummer Maarten van der Veer die zich toelegt op het elektronisch slagwerk. Begin 2015 wordt de band aangevuld met een extra gitarist in de persoon van Daan Folkeringa. In de tweede helft van 2014 brengt Couleur Café een titelloze EP uit, met daarop drie nummers in de stijl van shoegaze en wave. Begin 2015 verschijnt de single ‘Feu’ bij het Haarlemmer label Blowpipe: dit label van synthspeler Wim Dekker richt zich op de betere rafelranden van het Nederlandse muzieklandschap. Op Blowpipe vinden eerder artiesten als Rooie Waas, Elektra, Harry Merry en Heartsnatcher hun heenkomen. Daarnaast start de band al gauw een samenwerking met een ander Haarlems label, Geertruida. Couleur Café speelt al enkele shows op de beroemde bandjesavonden van Geertruida.

Ode aan de vrouwelijke fashion
Aan ideeën en gedrevenheid geen gebrek. Net zoals bij heel veel andere bands wordt er natuurlijk gezocht naar een eigen geluid en spelintentie, wordt er gelaveerd tussen het in zichzelf gekeerde waar de shoegaze zo bekend is en het extraverte, theatrale haast van de glamrock. Ook wil Marnix Vinkenborg met de band een ode brengen aan wat hij noemt ‘de vrouwelijke fashion’, met een stijlvolle, persoonlijke show waar het publiek aan de hand wordt meegenomen in de vergezichten in de muziek.
Er mag uitgebreid over podiumpresentatie en algemene presentatie van de band worden nagedacht, publiciteit en marketing spelen eveneens een grote rol, en Marnix Vinkenborg heeft de wind eronder. Om voortvarender te werk te kunnen gaan stopt hij in 2015 met zijn studie journalistiek om zich toe te kunnen leggen op compositie en productie in een studie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Hilversum.

Outgaze: festival voor alternatieve muziek
Al doende zag Marnix Vinkenborg en diens goede vriend Jos van Tol dat er voor hun favoriete muziekstromingen in de provincie eigenlijk weinig speelmogelijkheden bestaan. In de stad waar ze beiden opgroeien, het West-Friese rol is die rol vooral weggelegd voor de kroeg met het kleinste podium, SWAF. Verder is, zo constateren ze, zijn er weinig plekken waar de nietsvermoedende muziekliefhebber in aanraking komt met muziek uit onverwachte hoek. En dat gaat niet alleen op voor Hoorn, echt grootschaliger aandacht voor het alternateve circuit is er eigenlijk alleen in studentensteden als Amsterdam, Utrecht, Groningen en Haarlem. Ze pakken de handschoen op en starten in de provinciestad het op o.a. Le Guess Who? geïnspireerde festival annex concertreeks Outgaze in het gemeentelijke poppodium Manifesto. Eerst kleinschalig met de bedoeling om er iets mooi groots van te maken: “in de provincie”.

Composition for New Estate
Ook muzikaal wordt er niet stilgezeten. Het nieuwe jaar brengt voor Marnix Vinkenborg ook een nieuw muzikaal project dat hij start met (wederom) drummer/synthesizeraar Jos van Tol. Onder de naam Heartsnatcher+Couleur Café nemen zij tweeën twee composities op onder voor wat zij noemen de ‘white middle class boys’. De muziek verschijnt als EP in de loop van 2015, en krijgt de naam Composition for New Estate Part 1 and 2 mee. Hoewel de muziek die Jos van Tol en Marnix Vinkenborg respectief onder de naam Heartsnatcher en Couleur Café uitbrengen onderling sterk verschilt, hebben ze elkaar muzikaal toch gevonden en weten ze iets te schrijven dat in de geest is van artiesten die ze beiden bijzonder weten te waarderen, zoals het werk van de artiest Swans.

Meer weten over Marnix Vinkenborgs band Couleur Café op Facebook en de single bestel je (nu nog digitaal) bij Blowpipe.

Editie 86: Lot Vandekeybus

Lot Vandekeybus (1978, Kalmthout) is sinds 2012 koperblazer en zangeres bij de Zaanse theatrale muziekgroep De Kift en speelde als zodanig de rol van Lotti in het stuk Bidonville. Lot Vandekeybus speelt onder andere het euphonium, de bastuba en trombone. Het euphonium bespeelt ze ook in de Minister-Presidentiële Havenharmonie, een bijzondere harmonie die eveneens een theatrale inslag heeft: het Antwerpse gezelschap speelt louter oude marsen en zeemansliederen. Naast het muzikantenschap werkt Lot Vandekeybus ook als muziekjournalist en verzorgt ze video-interviews voor Cobra.be, de culturele website van de VRT.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Zingen en fluiten van kinds af aan
Het zingen zit Lot Vandekeybus echt in het bloed, al is dat tot de voorstelling Bidonville van De Kift vooral binnen de vier muren van het huis. Als kind leerde ze muziek uit de platenverzameling van haar beider ouders al van buiten. De muziek van Nazaré Pereira zingt ze nog altijd al klanken nabootsend mee, zoals ze dat begin jaren ’80 al deed.
Ofschoon haar ouders verder zelf geen muziekinstrument bespelen, begint Lot daar al wel vrij vlot mee. Bij de plaatselijke muziekschool neemt ze de dwarsfluit ter hand.

Tijdens haar studietijd in Leuven, waar Lot Vandekeybus Germaanse talen en Culturele studies studeert, treedt ze ook op met dwarsfluit: zo speelt ze in een groep (Fra Maçon) die oude Belgische (en Europese) volksmuziek opnieuw tot leven wekt, de groep geeft er ook met haar eigen arrangementen een moderne draai aan. Met Fra Maçon speelt Lot onder andere in het voorprogramma van Ambrozijn.

Verliefd op de lage tonen
Hoewel Lot Vandekeybus dus jarenlang dwarsfluit speelt, toch wordt ze nooit echt verliefd op het instrument. Als ze via vrienden in Antwerpen in aanraking komt met fanfarecorpsen en de bijbehorende koperblazers dringt het tot haar door wat ze al die tijd miste in de dwarsfluit. Het is het indringende, lage geluid van de tuba, van het euphonium. Een geluid dat een diepe indruk maakt op Lot Vandekeybus en dat haar onmiddellijk verslingerd doet raken aan het instrument. Zo kan het gebeuren dat ze pas met haar 27e levensjaar begint met dit instrument.

Het duurt echter niet lang voordat ze haar opwachting maakt in diverse formaties en als sessiemuzikant op diverse studioproducties. Zo speelt ze euphonium op het album Ploegsteert van de groep Het Zesde Metaal en speelt ze datzelfde instrument voor folkpopformatie You Rascal You in 2011. Eerder nog maakt ze haar opwachting in de brassband Brassafrik, dat muziek speelt in de Ghanese traditie. Met de groep reist ze ook af naar Ghana om in enkele weken een aantal concerten gegeven, in de stijl die in Ghana zelf lang niet zo veel meer wordt bespeeld.

Journalistiek werk
Naast haar muzikantschap begint Lot Vandekeybus dan met werken als filmmaker en journalist. Voor VRT’s Cobra.be schrijft ze jarenlang recensies van albums met daarop name internationale folklore, en tegenwoordig verzorgt ze er met name interviews en reportages. In 2008-2009 werkte ze ook mee aan de totstandkoming van de documentaire In Soweto (regie: Kristel Diesmans en Orlando Verde), waarin in drie weken tijd de Argentijnse muziektheatervorm Murga wordt geïntroduceerd, en met succes. De met een zeer laag budget gemaakte documentaire was te zien op enkele festivals, en is nu nog na te zien via Vimeo.

Spelen met De Kift
Via vrienden wordt Lot gevraagd om bij De Kift in te vallen voor Patrick Votrian, die vanwege drukke werkzaamheden niet langer kan spelen tijdens de Brik-tour van groep. Een hele eer, vindt Vandekeybus die dan al jaren liefhebber is van de Zaanse formatie. Ze ervaart haar entree in de groep als een warm bad. Dat ze tijdens de optredens het spelen van bastuba en ventieltrombone zich nog min of meer meester moet maken, maakt hen niet uit. Dat vertrouwen in de goede afloop maakt de onderlinge band in de groep zeer hecht.

Bidonville
In 2014 gaat De Kift aan de slag met de locatietheatervoorstelling Bidonville, over enkele personages die leven aan de rafelranden van de stad. Ze slijten hun dagen letterlijk op de bergen vuilnis die het restant zijn van de geconsumeerde welvaart in de stad. Voor het schrijven aan de voorstelling, waarbij wederom gewerkt wordt met teksten uit literaire werken, werkt artistiek leider Ferry Heijne samen met acteur Sanne den Hartogh (als filmacteur vooral bekend van Bellicher: Cel, A’dam en E.V.A.). Den Hartogh speelt ook lange tijd mee met in de show band, na de voorstelling op Oerol ook tijdens de clubtour Bidonville. Lot Vandekeybus speelt in de voorstelling de rol van Lotti, een vrouw die in de waan leeft ooit een kind te hebben gebaard en daarop verloren. Voor Lot Vandekeybus haar acteer- en zangdebuut, dat door recensenten ook positief is onthaald.

Verder lezen, luisteren en kijken
Voor meer informatie over de komende optredens van het theatraal-literaire muziekgezelschap De Kift, waar Lot Vandekeybus in de vaste bezetting speelt, zie de website van De Kift.
Kijk voor Lots journalistieke werk op de webstek Cobra.be, zoals hier het interview voor het Canvas-programma Hoera Cultuur met Neneh Cherry, waar in het interview aan wordt gerefereerd.

Verwante gasten in De platenkast van: Marco Heijne (De Kift) |||