Editie 65: Rosa Ronsdorf

Rosa Ronsdorf is zangeres en gitariste bij de Amsterdamse band Bird on the Wire en speelde ook in Earth Mk. II. De band wisselde in de loop der jaren vaak van samenstelling, maar nu is de juiste vorm gevonden, aldus de gast in deze editie van De platenkast van, Rosa Ronsdorf. De band bestaat naast Rosa Ronsdorf uit drummer en percussioniste Nina de Jong (tevens The Secret Love Parade), toetseniste en zangeres Aino Vehmasto (The Secret Love Parade) en Steven Hamerpagt, die gitaar en basgitaar speelt. Rosa spreekt over de totstandkoming van haar band, laat enkele ontdekkingen uit New York horen en spreekt over het in 2014 te verschijnen album.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Belle and Sebastian

In haar vroege tienerjaren draait Rosa voornamelijk ska, tot een vriendin met een tweetal cd’s met muziek van de Britse folkpopgroep Belle and Sebastian aan komt zetten. Deze muziek, samen met het werk van The Velvet Underground, opent voor Rosa Ronsdorf de nodige muzikale deuren. Zo komt het dat Rosa besluit basgitaar te gaan spelen in de band van een vriendin. Na een jaar in deze band te hebben gespeeld besluit ze zelf nummers te gaan schrijven, samen met een vriend. Daarbij begint ze ook met zingen. Van Belle and Sebastian zijn het vooral de melodielijnen die inspirerend werken.

Bird on the Wire

In 2010 vormt Rosa Ronsdorf onder andere met Nina de Jong de band Bird on the Wire. Het duurt dan nog enkele jaren voor de juiste vorm is gevonden. In april 2013 is dat moment eindelijk daar en richten ze in een oud missiehuis in Driehuis een studio in om daar een week lang, al dan niet dag en nacht, nummers op te nemen. Ook ontstaan er ter plekke nieuwe nummers die direct worden opgenomen. Alles wordt dit keer in eigen beheer gedaan.

Bird on the Wire zoekt de verbinding met andere kunstvormen. Dat uit zich bij de ‘museumsingle’, uitgebracht bij het Groningse label Subroutine Records. Op deze single staan twee nummers die geïnspireerd zijn op beeldende kunst. Ook is de muziek gebruikt bij een Duitse reclamefilm. Voor de albumpresentatie bestaan echter ook al wat ideeën om het te combineren met kunstinstallaties. En mogelijk wordt de samenwerking in de nabije toekomst ook wel vaker opgezocht. Om daarvan op de hoogte te blijven en ook nieuwe tourdata kun je terecht op de website van de band of je kunt vrienden worden op Facebook.

Verwante gasten in De platenkast van: Niek Hofstetter (Subroutine Records) |||

Editie 64: Brechtje Kat

Brechtje Kat is zangeres en actrice. In 2009 studeert ze af aan het Herman Teirlinck Instituut in Antwerpen in de kleinkunst. Daarvoor studeert ze kort aan de theateropleiding DNA, de Dansacademie en het Conservatorium van Amsterdam. Sindsdien speelt (en begeleidt) ze in diverse producties met uiteenlopende gezelschappen. Ondertussen timmert ze aan de weg met eigen werk. Vanaf 2012 tourt ze met haar soloprogramma Vaarland langs diverse podia en festivals in Nederland. Het is een muziekvoorstelling over afscheid, aarzeling en het omarmen van de spanning en het avontuur van de nieuwe stad. In de voorstelling dialogen en muziek gebaseerd op Brechtjes eigen ervaringen: Brechtje Kat is geboren en getogen in het dorp Westzaan, maar koos er heel bewust voor om het avontuur te zoeken in de grote stad. Weg van de vertrouwde patronen, op naar een dynamische en veel vrijere wereld, al is het 20 kilometer verderop.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Op 17 november presenteert Brechtje Kat met haar band de cd Vaarland voor een volle zaal in het Zaantheater in Zaandam. Voor het album neemt ze negen nummers van de theatervoorstelling Vaarland op in de studio. Op de cd staan verder ook vijf nieuwe nummers van de hand van Brechtje Kat. Het album staat bol van de scherpzinnige observaties, spitsvondigheden en kwinkslagen, verpakt in nummers die nu een door de fado gegeven toonzetting hebben van de fado met zich meedragen, dan weer subtiel leunen op de soul. Deels door de muzikale voorkeur van Brechtje Kat zelf, maar ongetwijfeld ook te danken aan haar band. In Brechtje Kats band spelen namelijk Floris van der Vlugt (sopraansaxofoon en basklarinet), Hans van Gelderen (gitaar) en Felix Hildebrand (contrabas). Zo is Hans van Gelderen fadogitarist. De muzikanten spelen vaker samen, onder andere bij Camadou (chansons). Die band is sinds cd-opnames aangevuld met jazzdrummer Achim Heine, die het slagwerk voor zijn rekening neemt.

Van My First Sony tot Herman Teirlinck Instituut

Muziek maakt al sinds de jonge jaren deel uit van Brechtjes leven. Als kind al bracht ze uren door op haar kamer met het draaien van singletjes, niet zelden tientallen keren achter elkaar het zelfde nummer. Al vrij snel beschikte ze daarbij over een My First Sony, waarmee ze zichzelf opnam. Ze wist al gauw dat ze zangeres of danser wilde worden. En hoewel dat van huis uit niet gestimuleerd wordt, is ze ook niet tegengehouden toen ze op haar achttiende de stap waagde naar de toneelopleiding aan De Nieuw Amsterdam in Amsterdam. Ze zet door en belandt via via in Antwerpen waar ze in 2009 afstudeert aan het Herman Teirlinck Instituut in de richting Kleinkunst. Een enerverende levenswandel, waar ze later de inspiratie uit put voor haar soloprogramma Vaarland.

Brechtje Kat speelt ook bij diverse toneelgezelschappen (zoals muziektheatergroep De Veenfabriek in Leiden), zingt bij de theatertour van de Cliniclowns en doet de dramaturgie/regie bij het stuk Met Andere OOgen van Bram van der Vlugt.

Voor een speellijst van Brechtje Kat, en een overzicht van haar andere projecten, zie de website van Brechtje Kat. Het album is o.a. te verkrijgen bij de Amsterdamse platenzaak Concerto en via de website van Brechtje Kat.

Editie 63: Dani Berkhout

In oktober 2013 presenteerde de garagepunkband The Spylocks hun debuutsingle ‘On My Own’ in de kroeg ’t Kroegie in Hoorn, West-Friesland. Op de 7″-single, verschenen op Stamper Records, staan naast de titeltrack onder meer de nummers ‘Drapery Day’ (over het Hoornse fenomeen Lappendag) en ‘Sheila Baker’. In deze uitzending van De platenkast van vertelt bassist en zangeres in The Spylocks Dani Berkhout over haar favoriete platen, haar muzikale handel en wandel vanaf de tienerjaren tot nu (van shoegaze tot Ierse folk), belangrijke muzikale nesten in Hoorn en omstreken, zoals jongerencentrum Troll en het alternatieve café Swaf.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Van huis uit: van Wervershoofs Volksorkest tot eigen coverband

Dani Berkhout komt van een muzikaal nest. Het optreden voor publiek maakte ze al van kinds af aan van dichtbij mee, doordat haar jongere broers en zijzelf geregeld aanwezig waren bij optredens van het Wervershoofs Volksorkest. Dit “Volksorkest” speelde zowel Nederlandstalige muziek als Ierse folk, beiden populair begin jaren ’80. Deze ooit als gelegenheidsformatie opgerichte muziekgroep bestond onder meer uit leden van de familie Berkhout. Een “eigen” band kon dan ook niet lang uitblijven. Rough & Tumble was een coverband waar zowel Dani als (o.a.) Bas en Martijn Berkhout speelden. Dani kreeg er op haar veertiende de basgitaar in handen. De band speelde een curieuze mix, omdat ze allen hun eigen favoriete muziek inbrachten als covermateriaal. Samen speelden de jonge tieners jaren op bruiloften, wielerkoersen en kermissen.

De Shoegaze van Abigail

Op haar middelbare school leerde Dani Berkhout Jessica Joris kennen. Met nog twee vriendinnen speelden ze een paar jaar op Koninginnedag enkele covers. In diezelfde periode ontstond uit Exxon Valdez (een vriendengroep die voornamelijk politiek geëngageerde shoegaze maakten) de band Abigail, min of meer toen Dani Berkhout (begeesterd door de wall of sound van My Bloody Valentine) zich daarbij aansloot als bassiste. Toen de zanger vertrok, haalde Dani Jessica Joris aan boord, die de zang voor rekening nam. In deze periode schreef Dani Berkhout haar eerste eigen materiaal. Dat verscheen op een demo, die rond haar 18e uit werd gebracht op cassette.

Met de shoegaze van Abigail speelde Dani Berkhout in de diverse jongerencentra die West-Friesland destijds rijk was. In het interview heeft ze enkele keren over Troll. Troll was tot 2008 een jongerencentrum. Troll was gevestigd in een oude boerderij, die na de eerste nieuwbouw in de jaren ’70 in het nieuwe wijkpark Risdammerhout kwam te liggen. Het was, naast het nog altijd bestaande café Swaf, een van de plekken waar jongeren met een wat alternatievere smaak uitgingen voor een goede pot muziek. Ook Troll werd door Abigail meerdere keren aangedaan. Tegenwoordig zijn naast Swaf Het Huis Verloren en ’t Kroegie de kroegen die in Hoorn het meeste aan alternatieve muziek programmeren.

De intrede van de volksmuziek

Abigail viel in 1992 uit elkaar; bandleden zwermden zich uit over Nederland en over de landsgrenzen vanwege opleiding of werk. Voor Dani Berkhout werd het even rustig op muzikaal front, al bedacht ze samen met Jessica Joris nog geregeld nieuwe bandconcepten. Daarbij ontving het promotiemateriaal van de band altijd de voornaamste aandacht. Van een echte band kwam het echter lang niet. In 1999 sloot Dani zich wel aan bij de Ierse-folkband John Farmers’ Whistles, waar ze tin whistle, bas en cajon tot in 2013 speelt. Tegenwoordig speelt ze ook in Combolero, een groep die een Latijns-Amerikaans/Caraïbisch repertoire speelt. Dani verzorgt hier de percussie. De basgitaar speelt ze bij de soulformatie The CC Project.

Meidengroep The Spylocks

In 2011 vindt Dani Berkhout ook weer de ruimte in haar hoofd, om eigen werk te schrijven. Samen met zangeres Jessica Joris, gitariste Annemieke van Meurs (Volendammer Vishandel) en Frank Cupido (o.a. Uncontrollable Urgh) komt het eindelijk tot de gedroomde garagebeatband, The Spylocks. Korte en stoere liedjes, met sprankelende koortjes die soms boven de gitaren uitzingen, soms weer een break inkleuren. En zoals het bij al die ideeën voor bandjes die het niet werden de bedoeling is geweest, is nu met The Spylocks alles veelbelovend. Ook het hoesontwerp, de buttons en de Facebookpagina is gevuld met kekke ontwerpen. Veelal van de hand van Dani Berkhout, die zich in haar vrije tijd ook bezighoudt met grafisch ontwerp (o.a. zeefdruk en litho’s). En nu is er dan na een jaar van tegenvallers en veel gewik en geweeg de eerste zeven-inch On My Own, gepresenteerd, hoe kan het ook anders, in een van die kroegen die Hoorn rijk is, ’t Kroegie. De opname en productie van de nummers was in handen van Niels de Wit (Vernon Walters, Uncontrollable Urgh en Electric Tears), die goede bekende is van de band. Ook is hij eveneens liefhebber van korte, pakkende nummers, en niet zozeer van het uitgesponnen werk.

De single is te verkrijgen bij de betere platenzaak en uiteraard bij optredens van The Spylocks. Meer informatie over The Spylocks en het tourschema is te vinden op de Facebookpagina van de band. Na de opname van deze aflevering werken The Spylocks verder aan het debuutalbum. De plaat, met als titel Dickie wordt op 2 juni 2017 gepresenteerd in Café Swaf in Hoorn.

Verwante gasten in De platenkast van:
Niels de Wit (Electric Tears) |||

Editie 62: Roald van Oosten

Roald van Oosten is componist en arrangeur van muziek voor film en theater. Roald schrijft al eigen muziek sinds zijn 15e levensjaar, maar de meeste bekendheid krijgt hij als de zanger en gitarist van de Amsterdamse indierockband Caesar, waarvan in de periode 1994-2008 vier albums, een tweetal EP’s en een verzamelaar verschijnen. Vanaf 2004 is hij ook actief onder de naam Ghost Trucker, een muzikaal project waarvoor hij bevriende muzikanten uitnodigt om samen muziek te maken. In de periode rond Ghost Trucker maakt Roald ook zijn entree in de film- en theatermuziek, waarvan hij altijd al een groot liefhebber is geweest (met name de sciencefiction). In 2015 zal van Roald van Oosten weer een nieuw popalbum verschijnen.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Na Caesar

De muziek die Roald van Oosten nu maakt, vertoont sterke overeenkomsten met de nummers die hij in zijn tienerjaren maakte. Niet in de laatste plaats omdat hij zijn kenmerkende stemgeluid nog regelmatig inzet. Bij Caesar schreef hij de muziek vooral samen met Sem Bakker, die met een achtergrond uit de hardrock toch een andere benadering had in het schrijven. Zijn voorliefde voor melodieën en een melancholische inslag krijgt in zijn huidige projecten veel meer de ruimte. Het resultaat daarvan is het beste te horen op de plaat The Grand Mystique, die in 2006 verscheen onder Roald van Oostens project Ghost Trucker. De plaat is inmiddels uitverkocht, maar wel nog te beluisteren op Spotify.

Werk voor film en theater

Roald van Oosten componeert en produceert tegenwoordig vooral muziek voor film, televisie en theater. Enkele voorbeelden zijn de documentaireserie De Grens van de VPRO en de filmische, hoorspelachtige documentaire De Van Waveren Tapes. In het theater werkt Roald van Oosten onder meer voor De Veenfabriek (Haar leven haar doden, 2011), Martin Crimp (In The Republic Of Happiness, 2013) en het Bostheater Amsterdam (Cyrano, 2013). In het theater werkt Roald zo nu en dan ook met zanger/gitarist Bart Hoevenaars, die bekendheid heeft genoten met zijn rockgroep Mono en tegenwoordig met Sir Ian op de podia klimt.

Roald, Marit en Sem

In zijn projecten werkt Roald nog geregeld samen met Caesars drummer Marit de Loos. Met Sem en Marit heeft hij nog geregeld contact, ook nu de band al ruim vijf jaar uit elkaar is. Wat dat betreft sluit Roald een reünie niet uit; al had hij voor wat betreft Caesar nog het liefst gezien dat die groep zich van band tot een soort muzikaal gezelschap had gevormd, dat diverse projecten uitvoerde.

Een uitzending vol filmische muziek, stemmen en performers. Meer informatie over het (toekomstige) werk van Roald van Oosten is te vinden op zijn website, waar ook enkele nummers terug te luisteren zijn.

Verwante gasten in De platenkast van:
Gitarist-zanger Bart Hoevenaars

Editie 61: Helen Botman

Helen Botman is nu ruim 20 jaar professioneel zangeres. In 1998 studeert ze af aan het Conservatorium van Alkmaar en sindsdien is Helen actief in diverse projecten en gezelschappen. Een van de bekendste groepen waar ze deel van uitmaakt is La Luna, een groep die mede opvalt door het aantal talen waarin zij nummer schrijven. Onlangs verscheen Helen Botmans EP ‘Vleugelvrouw’, met vijf nummers uit de gelijknamige voorstelling, die zij omschrijft als ‘artistieke droom’, omdat daar muziek samenkomt met dans, tekst, video en mode.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

De totstandkoming van Vleugelvrouw

In deze editie van De platenkast van vertelt Helen Botman onder meer over haar voorstelling Vleugelvrouw, die 24 maart 2013 in première ging. Met deze voorstelling beschrijft ze de fases die de mens doorstaat in het creatieve proces. Dat gaat van ongericht fladderen als een vlinder tot het gracieus en doelgericht vliegen. Voor de voorstelling werkte ze samen met choreografe Fleur Jagt (die de dans voor haar rekening nam) en videokunstenaar Liesbeth Bouwman en Mieke de Haan (animatrice), zij namen film en animatie voor hun rekenaar. Haar begeleidingsband voor deze voorstelling werd gevormd door pianiste Corinne Moerbeek, Simone Manuputty op viool en harpiste Colet Nierop. Bij het schrijven van de muziek werkte ze onder meer samen met singer/songwriter Peter van Vleuten. Deze bereikte dit jaar als zodanig de halve finales van de Grote Prijs van Nederland.

Penguin & Moontan, jazztheater

De EP ‘Vleugelvouw’ is nog maar nauwelijks uit, of de volgende projecten staan alweer op stapel. Voordat Helen Botman in december weer met La Luna de studio induikt voor het nieuwe album en de theatertour Cirkels, staat ze in november dit jaar voor het eerst op de planken met de voorstelling Penguin and Moontan. Penguin and Moontan is een levendig jazztheaterstuk over een man van middelbare leeftijd die worstelt met de liefde. Alvaro twijfelt heftig over de keuzes die hij in zijn leven maakte. Twee vrouwen, Amparo (zijn plaaggeest en toeverlaat) en Alma (zijn echtgenote), brengen zijn worsteling aan de oppervlakte. Zijn Muze wijkt niet van zijn zijde. Speciaal voor deze voorstelling componeerde Ton Mulders 14 nieuwe nummers. Bovendien improviseert het “Pete’s Deconstruction Company” Jazz Quartet gaandeweg; de musici spelen “wat ze zien”. Geen voorstelling is daardoor hetzelfde. Maar ook de acteurs en vocalisten (waaronder Helen Botman) improviseren en de intentie waarmee gespeeld wordt wisselt van avond tot avond. Voor Helen Botman is deze manier van optreden een spannende nieuwe ervaring. Het stuk is de komende tijd in diverse theaters te zien.

Nieuw album La Luna

Ondertussen zijn de voorbereidingen voor de nieuwe theatertour en het nieuwe album van de theatrale wereldmuziekgroep La Luna, waar Helen Botman de zang voor haar rekening neemt, alweer in volle gang. Voor deze nieuwe plaat pakken ze populaire muziek uit verschillende delen van de wereld en zetten die geheel naar eigen hand. Het resultaat laat nog even op zich wachten. Naar verwachting is het resultaat te zien en horen in de loop van 2014. Meer over La Luna op hun Facebookpagina. Meer over Helen Botman en haar projecten vind je op haar eigen website.

Verwante gasten in De platenkast van:
Gitarist-zanger Peter van Vleuten

Editie 60: Niels de Wit

Niels de Wit is gitarist en liedsmid bij de West-Friese garagepunkband Uncontrollable Urgh en Electric Tears. Op zondag 20 oktober 2013 wordt de 14 nummers tellende debuutplaat van de Urghs met de titel Uncontrollable Urgh gepresenteerd in het Hoornse muzikale broeinest annex café Swaf. Dat is overigens alles behalve de eerste albumpresentatie voor Niels de Wit; nadat hij midden jaren ’80 in de (vooral vanaf begin deze eeuw geprezen) hardcore punkband Gepøpel speelt, gitaart hij in een ruim tien andere bands, waaronder punkgroep Vernon Walters, fanfarepunkband De Kift, indierockband Visions of Johanna en Johan en garagepunkband Sack O’Woes. Ook met de Uncontrollable Urgh is het weer strakke garagerock dat de klok slaat.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Uncontrollable Urgh wordt gevormd in 2010 en komt min of meer voort uit de garagepunkband Sack-O’-Woes. In die band verzorgde Niels de Wit eveneens zang en gitaarspel, speelde Robert Bakker gitaar (en drums) en verzorgde Joost Warnik de baspartijen. Bij de oprichting van Uncontrollable Urgh wisselen ze van drummer: Jochem van Drunen maakte plaats voor Frank Cupido, die bij Urgh het slagwerk voor zijn rekening neemt. In november van datzelfde jaar verschijnt de eerste EP van Urgh, met in totaal zes nummers, op cd in een bedrukte envelop. Een stijlbreuk met Sack O’Woes, waarvan het verschenen materiaal (twee albums en drie EP’s) op vinyl verschijnt, de LP Paranoids Are Coming zelfs met een gezeefdrukte hoes.

Terug naar het vinyl
Uncontrollable Urghs’ single ‘I Forgot To Drink To Forget’, met daarop een heruitgave van Lipstick Money, verschijnt in 2011 echter weer op vinyl met een diameter van 7 inch. De single wordt wederom gepresenteerd in het thuishonk van veel Hoornse muzikanten (waaronder Niels de Wit, Tim Knol en Els van Tol), café Swaf. De single vindt gretig aftrek bij de fans. Daaronder ook veel mensen die de muzikanten al jarenlang trouw volgen, al vanaf de periode dat Niels en Joost nog speelden in de hardcore punkband Gepøpel (die tegenwoordig vooral populair is onder mensen die de tachtigerjaren-Nederpunk herontdekken) en The Vernon Walters.

Electric Tears en Uncontrollable Urgh
De bandgeschiedenis van Uncontrollable Urgh en die van Electric Tears (de andere band van Niels de Wit) zijn vanaf die periode sterk met elkaar verweven. Niet zozeer door de bezetting of stijl, als wel in tijd en het feit dat Niels de Wit de schrijver is van de nummers.
Onder meer door de oprichting van de powerpopband Electric Tears (met de debuterende bassiste Els van Tol, drummer Bas de Vries en toetseniste Sandra Kortekaas) duurt het langer eer de langspeler van Uncontrollable Urgh er is. Van Electric Tears verschijnt in 2012 de 7-inch single Bloodshed Eyes, die opgenomen is in de studio van “Plonkmaster” Niels de Wit zelf. De single wekt de interesse van de programmeur van Noorderslag. Als gevolg van die belangstelling staat de band, die daarvoor nauwelijks buiten de regio speelde, op Noorderslag 2013 in Groningen.
De verwachte drukte in de nabije toekomst van de band doet de toetseniste besluiten te stoppen met de band, wegens tijdgebrek. Na een uitgebreide zoektocht wordt een vervangster gevonden in Miranda Huibers. Een en ander resulteert in een platencontract bij het platenlabel Excelsior Recordings uit Amsterdam, waar eerder Johan zijn platen uitbracht (één van Niels’ eerdere bands).

Urghs eerste langspeler
Eerst volgt Uncontrollabel Urgh. In mei 2013 was het eindelijk zover. In twee dagen werden de 14 nummers van de nieuwe plaat opgenomen bij de Bunt Studio van Menno Bakker in Utrecht. Bij de opnames spelen ook enkele gastmuzikanten mee. Zowel Ferry Heijne (De Kift, Svätsöx) voor de blazerssectie op God’s Bronx Cheer als Simone Mansveld (The Bugs) met gedubbelde zang. Alle nummers ademen de frisheid en ongepolijstheid van garagepunk, waarbij een duidelijk rol is weggelegd voor de teksten en slimmigheden, beiden van de hand van Niels de Wit. In oktober 2013 verschijnt de plaat bij het label Repunkerator Records (o.a. van de verzamelaar Punk’s Not Deaf).

Electric Tears eersteling Dazzling Highs To Crushing Lows
Tegelijkertijd met het schrijven aan materiaal voor Uncontrollable Urgh werkt Niels de Wit aan nieuwe werk voor de te verschijnen LP van Electric Tears. Het zijn de wat meer (technisch) eenvoudigere popliedjes die het repertoire van Electric Tears sieren. Ironisch genoeg, aldus Niels zelf, aangezien je juist minder techniek zou verwachten bij de garagepunkband Uncontrollable Urgh. In november 2013, na het verschijnen van de Urgh-elpee gaat Electric Tears, inmiddels weer een drietal, de studio in. De eerste langspeler (Dazzling Highs To Crushing Lows) zal in 2015 bij Excelsior Recordings op LP/CD verschijnen. Daarop horen we Electric Tears nog als driemansformatie met Van Tol op basgitaar en De Vries op het drumstel. Niels verwacht dat hier op termijn weer een toetseniste bij zal komen.

En naast dat debuut van Electric Tears is er dus de eersteling van Uncontrollable Urgh, een fijne plaat met veertien puntige punksongs over de liefde en andere alledaagse zaken. Ook levert hij als producer zijn bijdrage aan de platen van de meidenpunkgroep The Spylocks. In deze editie met Niels de Wit komen een aantal van die nummers voorbij, maar uiteraard ook via hun Youtubekanaal.

Voor (online) aanschaf van de langspelers:
– Electric Tears – Dazzling Highs To Crushing Lows
– Uncontrollable Urgh – Uncontrollable Urgh

59: Viktor van Woudenberg

Het is inmiddels drie jaar geleden dat Viktor van Woudenberg met Arjen de Bock (GEM, The Black Atlantic) afspreekt iedere week een nummer te schrijven. Ongebreidelde liedschrijverij, zonder te piekeren over de (on)mogelijkheid om het nummer live uit te voeren. Viktor studeert dan nog als drummer aan het Conservatorium van Amsterdam en drumt bij Bettie Serveert. Nu, drie jaar later, zijn Arjen en Viktor talloze studio-uren, optredens en ervaringen verder. Het studioproject van 2009 is uitgegroeid tot de tienkoppige band Wooden Saints, die klaar staat om de tweede langspeler te presenteren: You Were The One Who Volunteered.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Wooden Saint Studio, Baambrugge

Nog heel even terug naar 2009. In een verbouwde hooischuur in het Utrechtse Baambrugge richten Viktor van Woudenberg en Arjen de Bock een studiootje in en doopten deze de Wooden Saints Studio. Om zich creatief uit te blijven dagen nodigen ze er een aantal collega-muzikanten om samen mee te schrijven en spelen. Onder hen Jelle Paulusma (Paulusma, Daryll-Ann), Tessa Douwstra (Chef’Special) en Ella van der Woude (Houses), die later ook meewerken aan het album dat het resultaat is van deze sessies, I Know Why Your House Is On Fire.
Het is trouwens niet de eerste keer dat het duizend zielen tellende dorp Baambrugge in de toenmalige gemeente Abcoude een studio rijk is, in 1972 strijken de Beach Boys ook neer in de het dorp en zetten er hun prefabstudio uit Californië in elkaar, en nemen er de plaat Holland op.

Van project naar live-act

Als je een plaat uitbrengt, moet je die ook live kunnen spelen. Gezien het uitgangspunt waarmee Viktor van Woudenberg met zijn muzikale compagnon de sessie zijn begonnen maken dat een basisbezetting niet volstaat. Het resultaat van de schrijfsessies is namelijk voorzien van koortjes, blazers en meer. De bandbezetting bij liveoptredens bestaat uit 10 muzikanten. Twee drummers (waaronder Viktor van Woudenberg dus), twee toetsenisten, vier gitaristen, een basgitarist, trombonespeler, die tegelijkertijd ook zanger zijn. De band tourt uitgebreid, mede dankzij het reizende festival Popronde, waarvoor ze vaak geboekt worden, ondermeer bij Merleyn en het Patronaat.

Van Baambrugge naar Silence Du Monde

Inmiddels is de band neergestreken in het eveneens Utrechtse Huis Ter Heijde, dat in kleinschaligheid niet onderdoet voor Braambrugge. Ze betrekken er een leegstaande villa, waar ze hun schrijfsessies voortzetten. Overigens blijft dat niet beperkt tot Viktor van Woudenberg. In 2012 begint een van de bandleden, zangeres en gitariste Tessa Douwstra, aan het schrijven van eigen materiaal voor haar project Orlando. De schrijverij resulteert in de plaat The Early Warning Company, waar Viktor van Woudenberg ook op drumt, en verschijnt in mei 2013. Het is de eerste plaat van het collectief Silence Du Monde, dat vernoemd is naar de villa waar ze gehuisvest zijn. Met de band Orlando wordt Viktors tourschema goed gevuld. Zo treedt Orlando op tijdens festivals als Hongerige Wolf, Valkhof en deBeschaving.

You Were The One Who Volunteered

Al die tijd is het schrijven van nieuw materiaal voor Wooden Saints nooit echt opgehouden. Ook binnen de muren van Silence Du Monde schrijft Viktor van Woudenberg, inmiddels met de rest van de band, druk aan nieuwe nummers. In maart van dit jaar beginnen de opnames voor de nieuwe plaat, die op 16 oktober 2013 ten doop wordt gehouden (in november wordt dat Paradiso nog eens dunnetjes over gedaan). De plaat, die de naam “You Were The One Who Volunteered” draagt, is anders dan zijn voorganger, met de gehele band opgenomen live opgenomen. Dat de partijen niet los van elkaar zijn ingespeeld, zoals bij de voorganger uit 2011, heeft als resultaat dat Wooden Saints op de plaat ook veel meer als een band klinkt. En dat het bandgeluid ook veel herkenbaarder is als ‘het geluid’ van Wooden Saints, welke stijl de band op de plaat dan ook beoefent. Daardoor is de plaat als vanzelf qua productie iets minder eclectisch dan zijn voorganger. Zo’n heerlijke gedubbelde gitaar uit het nummer Away With The Villain, tref je dan ook niet meer zo overduidelijk aan op deze plaat.

Sfeer en warmte

Maar wat de plaat inlevert aan eclect, wint het aan sfeer en warmte. Met het gloedvolle Alpha, Bravo, Charlie, Disco als potentiële vermorzelaar van festivalweide, compleet met roffels die zo uit de marsmuziek lijken te komen en een legertje barse mannenstemmen dat je besluipt, dat je er als luisteraar van begint te zweten. Op de plaat wordt je vervolgens omarmd door het hartverwarmende We Love The Night, maar wie garandeert je dat de band live niet nog even doormarcheert, bijvoorbeeld met het tot de verbeelding sprekende afsluiter “Let’s Skip the Poetry”, waarin de band vraagt: ‘Is there room for one more encore?’ Dat dunkt mij.

De platenkast van Viktor van Woudenberg

In deze uitzending van De platenkast van spreekt Viktor van Woudenberg over de totstandkoming van de Wooden Saints-plaat, over zijn muzikale wortels en muzikale voorland. Met favoriete tekstschrijvers, muzikanten en het schrijfproces. Over zijn handel en wandel als muzikant, van zijn beginperiode in relirockbandjes, via Bettie Serveert en het conservatorium tot nu.

Verwante gasten in De platenkast van:
Toetseniste en zanger Sonja van Hamel (The Leonids)

Editie 58: Ruben Hoeke

Ruben Hoeke is gitarist bij de Zaanse rock/rhythm & bluesgroep Ruben Hoeke Band. Ruben Hoeke begint op zijn veertiende met gitaarspelen in de boogie woogie, samen met de pianist Henk Pepping (de Pepping Express) en zijn vader Rob Hoeke. Na een rondreis in de zuidelijke staten van de V.S. halverwege de jaren ’90 begint hij met het schrijven en spelen van eigen materiaal. Eerst met de formatie Stonefreak, waarbij hij put uit de muzikale bronnen die rhythm and blues, soul en rock ’n roll heten. Tegenwoordig speelt Ruben Hoeke voornamelijk gitaar in zijn eigen Ruben Hoeke Band, waarvan in 2013 de derde langspeler ‘Loaded’ verschijnt. Daarnaast verzorgt hij diverse workshops voor beginnende en gevorderde gitaristen.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

In de familie Hoeke speelt muziek een belangrijke rol. Er zijn diverse mensen in zijn familie die een instrument bespelen of zingen. Zijn vader, Rob Hoeke, heeft een lange en succesvolle carrière gekend als pianist in de stijlen boogie woogie, rhythm & blues, soul en rock. En hoewel er thuis veel muziek gemaakt werd, bleef het plaatjesdraaien beperkt tot een enkele keer en dan waren het vaak (dezelfde) cassettebandjes met een potpourri van Ten Years After, Canned Heat en The Beatles. Ook bij Ruben Hoeke thuis worden niet bijster vaak platen gedraaid, dat gebeurt eigenlijk nog het meest in de tourbus. Het liefst pakt Ruben de gitaar en gaat wat muzikaal zitten doedelen, al is het bij het aanschouwen van een voetbalwedstrijd.

Al 22 jaar op de planken

Ruben Hoeke staat inmiddels al zo’n 22 jaar op het podium, en heeft in het verleden meerdere bands gevormd of zich bij bands gevoegd. Dat begon in ’92 met de destijds jongste bluesband Blues on the road. In 1994 houdt de band op met bestaan en sluit hij zich aan bij de Pepping Express, een allstarband van pianist Henk Pepping. In ’96 verruilt hij Nederland een periode voor Chicago. Daar speelt hij in vele clubs aldaar om te proeven van de muziek uit de bluesscene. Daarnaast bezoekt hij terloops ook een aantal locaties waar zijn favoriete muziekfilm The Blues Brothers is opgenomen. Eenmaal terug in Nederland begint hij twee bands, waaronder Stonefreak (betonrock). In 2000 begint hij samen met drummer Jeroen Booy (The Scene) de band Skelter, waar hij uitgebreid mee tourt (en verzorgt onder meer het voorprogramma voor bands als De Dijk en Blof).

2004: Ruben Hoeke Band

In 2004 begint Ruben Hoeke zijn eigen band, de Ruben Hoeke Band. Van meet af aan bestaat de vaste bezetting uit Ruben zelf op gitaar, Frank van Pardo (o.a. Spellbound) op zang en mondharmonica, Arjan Knaap op drums en Paul Brandsen (Miss Bunty) op bas. Na twee jaar schrijven en schaven verschijnt de debuutplaat Sugar. Voor de plaat leveren vele muzikanten een gastbijdrage, wat ook geldt voor de opvolger Co-exist in 2010.

De opvolger van Loaded

Ruben Hoeke vindt het live spelen het leukste. Thuis oefenen doet hij niet zo zeer, wel speelt hij iedere dag al doedelende een uur of wat weg. Komt daar een nieuw idee uit voort, duikt hij nog even zijn studiootje in om het verder uit te werken. Met het materiaal van iedere plaat meerdere jaren getourd, zowel in Nederland als over de landsgrenzen. Zo volgen er na het debuut Sugar (dat uitgebracht wordt in Nederland, België en Duitsland) optredens in Ierland, Denemarken, Duitsland en België.
De recentste plaat Loaded, wederom een vlammende mix hardrock, bluesrock en rhythm and blues, ontvangt louter goede recensies. Ook Hoeke zelf is erg tevreden over de plaat, en wat hem betreft is dit ook de standaard waar de komende plaat aan moet voldoen. Wat dat aangaat is hij kritisch over de nummers die uiteindelijk op de opvolger van Loaded gaan komen. Vooralsnog staat de teller op drie nummers, maar zo zegt hij ook zelf, het kan snel gaan. De noodzaak voor een nieuwe plaat is er nog niet, voorlopig is de touragenda goed gevuld.

In deze editie van De platenkast van… spreekt Ruben Hoeke onder andere zijn liefde voor de gitaar en waar hij voor het eerst gegrepen werd door een goede gitaarsolo, maar hoe het vooral onderdeel moet zijn van een goed bandgeluid. Het interview wordt gelardeerd met diezelfde vlammende mix van hardrock, rhythm & blues en rock.

Meer over de Ruben Hoeke Band vind je op hun website.

Editie 56: Joep Pelt

In de pers wordt Joep Pelt (1979) niet zelden aangehaald als muzikale globetrotter. Dat die vlag de lading heel aardig dekt, moge duidelijk zijn. Op zijn zeventiende ging Joep Pelt reeds met zijn vader, eveneens muziekliefhebber, op zoektocht in de Noord-Amerikaanse staat Mississippi. Daar zocht hij de stokoude meesters uit de regionale bluesscene op, om met hen muzikaal in gesprek te gaan en zodoende de fijnere kneepjes te leren. Daarop zouden nog talloze reizen volgen. Niet alleen naar de zuidelijke staten van de VS, maar ook naar gitaarland bij uitstek Mali en de Caraïben.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Projectfinanciering via Voordekunst

In 2014 werkt Joep Pelt via het platform voor publieksfinanciering Voordekunst.nl aan de financiering van dat wat zijn nieuwe album moet gaan worden. Voor dit album wil hij graag de samenwerking aangaan met hiphopproducer A.R.T. uit Zwolle. Niet om een hiphopplaat uit te brengen. Door deze opmerkelijke samenwerking hoopt Joep Pelt de blues een vleugje van de “moderne productie” mee te geven; een brug te slaan tussen de klassieke bluesmuziek en het moderne geluid dat in de hedendaagse hiphop en pop naar voren komt. Dit gegeven van bruggen slaan, nieuwe richtingen zoeken binnen het genre van de blues sluit aan bij de overtuiging van Joep Pelt dat de blues verre van stilstaat. Blues is springlevend, aldus Pelt; deze stelling bewijst zich overigens ook door de huidige populariteit van ruige, jonge bluesbands als The Black Keys.

Het eclect van I’m Off

Dat Joep Pelts muziek zich niet puur en alleen tot de blues beperkt, komt, naast de plaat I Yagoubé (die hij met de Malinese meestergitarist Lobi Traoré opnam), naar voren op I’m Off, het album dat in 2010 verscheen bij Excelsior Recordings (de overige platen verschenen bij Bad Reputation). Voor deze plaat krijgt hij naar eigen zeggen carte blanche van platenbaas Ferry Roosenboom. Hierbij geldt als voorwaarde, dat hij alle tot dan toe door hem opgedane ervaringen in het buitenland naar voren zou laten komen in de nummers op de plaat. Dit resulteert in een fris-uitbundige mix van nummers waar, inderdaad, vele regionale muzieksoorten van vier continenten op terug te horen zijn. Hierdoor is de plaat echter minder ‘een sluitend verhaal’ geworden dan bij andere platen het geval is.

Nog meer projecten op stapel

Kenmerkend aan Joep Pelt is zijn leergierigheid en zijn ondernemende geest. Dit heeft als logisch gevolg, dat, naast zijn project met A.R.T., er nog een aantal andere projecten op plank ligt om zeker te worden opgenomen op plaat. Zo speelt Pelt in 2010 meerdere concerten met de Zuid-Afrikaanse Black Moses Ngewnya en de Zwolse rapper Typhoon. De plaat met Black Moses gaat er komen. Maar ook is er de belofte aan zijn Limburgse familie (zijn ouders zijn beiden Limburger), om de lokaal legendarische plaat D’r Letste Koempel Deet De Lamp Oet van de gelegenheidsgroep Carboon opnieuw integraal uit te voeren. Bij de sluiting van de laatste staatsmijn in 1979 werd deze folkplaat uitgebracht met verhalen van Limburger koempels en werd een groot succes.

Show me the way

Maar nu eerst is er de plaat hij opneemt met producer Ali Reza Tahoeni (A.R.T.). De financieringscampagne, die afloopt op 2 september 2013, is succesvol. Met het geld van de campagne betaalt hij onder andere studiohuur, sessiemuzikanten, productie en het ontwerp van de albumhoes. Het resultaat wordt uiteindelijk ruim een jaar later, op woensdag 29 oktober 2014 gepresenteerd in het nieuwe podium van Paradiso in Amsterdam-Noord, aan de Tolhuistuin. Een plaat waarop de invloed vanuit de hiphop met name door lijken te klinken in het slagwerk. Met een slimme break in het titelnummer Show Me the Way, een funky drumloop in Fortune & The Fame en chille drumpartijen in het nummer Let Go. Op laatstgenoemde tracks horen we tevens heerlijke soulvolle samenzang toegevoegd worden. Maar uiteindelijk kom je als luisteraar toch tot de conclusie dat het allemaal zo dik er bovenop ligt.  Joep Pelt en A.R.T zijn er in geslaagd zijn om hun twee muzikale werelden in een knappe smeltkroes te verwerken.

Op de avond in de Tolhuistuin zijn naast Joep Pelt en zijn nieuwe band, diverse bevriende muzikanten te gast. Onder de noemer ‘We Don’t Play No Blues’ brengen Typhoon, Nico Dijkshoorn, Harry Saksioni, Lucky Fons III, DJ Blue Flamingo (bekend om zijn verzameling klassieke Afrikaanse jazzsingles) en Pablo van de Poel ieder een eigen ode aan de blues.

Ook na die tijd kun je Joep Pelt nog regelmatig op de planken zien. Al zijn avonturen zijn te volgen op zijn eigen website. Daar is ook meer te vinden over zijn radiowerk voor Radio 6.

Foto Joep Pelt geschoten door Sabina Theijs.

Editie 55: Peter van Vleuten

Peter van Vleuten is gitarist, zanger en liedschrijver. Op dit moment treedt hij regelmatig op met zijn nieuwe programma ‘Grote Verhalen’, dat hij samen met zangeres Hèlen Botman speelt. Het programma is gebaseerd op een maandenlange reis door de Verenigde Staten, op zoek naar de oorsprong van wat veel mensen bestempelen als americana. In zijn editie spreekt Peter van Vleuten over de kracht van een goed verhaal vertellen, die hij in de VS heeft leren kennen en waarderen als muzikant. Maar ook over het liedschrijven, waar hij al tientallen jaren mee bezig is. Wie zijn zijn favoriete liedsmeden?

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

De kracht van een goed verhaal

In de muziekvoorstelling Grote Verhalen, die Peter van Vleuten met zangeres Hèlen Botman (o.a. La Luna) speelt, wordt duidelijk dat achter ieder nummer dat ze spelen een kleurrijk verhaal schuilgaat. In de voorstelling spelen ze zowel nummers uit de eigen muzikale carrière als van bekende Amerikaanse artiesten en vertellen ze over hun eigen ervaringen die ze tijdens hun reis hebben opgedaan. Tijdens hun reis bezochten ze een aantal muzikale trekpleisters en speelden ze op talloze plekken samen met andere muzikanten. Daar merkten ze wat voor een prominente rol het vertellen van een goed verhaal speelt in hun cultuur. Dat viel niet alleen in de muziek op, maar misschien wel juist daarbuiten.

Once Upon A Song

Naast de muziekvoorstelling Grote Verhalen tourt Peter van Vleuten ook met zijn eigen materiaal. Hiermee treedt hij op in diverse bezettingen, zowel met volledige band als solo met gasten. Gevoed met de verhalen die hij hoorde tijdens de reis in de Verenigde Staten sloeg hij aan het schrijven, wat resulteerde in de in blues en Nashville country gedrenkte popplaat ‘Once Upon A Song’, die in april 2012 verscheen. Op deze plaat werkt Peter van Vleuten samen met o.a. Leo Sienot (gitaar, dobro, achtergrondzang en arrangementen), Ton Nieuwenhuizen (basgitaar en contrabas), David Bonsels (drums) en Rene Kaaij (toetsen, accordeon en achtergrondzang). Overigens is het niet alleen Nashville country en blues wat de klok slaat. Zo eindigt de plaat met een knallend bigbandnummer (Girl In the Moon), waar flink uitgepakt wordt met een fikse blazerssectie.
Voordat zijn soloplaat verscheen was Peter van Vleuten trouwens al jarenlang actief als muzikant, lied- en tekstschrijver. Zijn eerste echte podiumervaring doet reeds in de jaren ’80 op met bands als Ship & Horse en Break.

Peter van Vleuten, singer/songwriter

In 2013 doet Peter van Vleuten mee aan de eerste editie van het The Hague Singer/Songwriterfestival in zijn geboortestad Den Haag. Daar doet hij veel contacten op en merkt hij hoe leuk het is om samen met zoveel zielsverwanten op één festival te spelen. Niet veel later ziet hij dat veel van de nieuwe kennissen ook deelnemen aan de Grote Prijs van Nederland, Nederlands langstlopende talentenjacht voor muzikanten. Hij besluit zich aan te melden, en komt via de publieksstemmen in de kwartfinale terecht, waar hij op 22 september 2013 speelt in de Haarlemmer popzaal het Patronaat.

Verwante gasten in De platenkast van:
Gitariste-zangeres Helen Botman